Geef burger betere overheid (2007)

de Volkskrant, 16 mei 2007

Het nieuwe kabinet verzuimt noodzakelijke vernieuwingen door te voeren in het bestuur. De burger snakt naar een betere overheid.

DSCN0525k
Met een trefzekere zettencombinatie heeft Balkenende IV het tweede hoofdthema van Fortuyn, de vernieuwing van de overheid, van de politieke agenda geschrapt. Exit minister van Bestuurlijke Vernieuwing. Het door de Tweede Kamer in 2004 tot groot project bestempelde programma andere overheid (4 actielijnen en 64 projecten) is weggezet als “centrum voor good governance”, een sterfhuisconstructie. De website http://www.andereoverheid.nl wordt per 1 juli beëindigd. Roel Bekkers mag nog een paar rijksambtenaren ontslaan en daarmee is vrijwel niets meer over van de ambitie om “de overheid op een breed terrein ingrijpend te moderniseren”. In 2007 zou 65% van de publieke dienstverlening via het internet kunnen, maar het DigiD staat nog steeds in de kinderschoenen. Toch is in 4 jaar met de Elektronische Overheid een fundament gelegd voor ingrijpende vernieuwing. Met het bevriezen van ICT-budgetten en het isoleren van innovatieve projecten in ICTU, het kwijnende bolwerk van revolutionaire vernieuwing, lijkt het gevaar van de ingrijpende modernisering bijna geweken. Wat onder het nieuwe kabinet resteert is de opdracht aan de lagere overheden, de gemeenten en de provincies, om de administratieve lasten met 25% terug te dringen. Het probleem afgewenteld, het Rijk weer in control.

De vernieuwing van de overheid is namelijk heel belangrijk. De overheid heeft drie taken:
· De overheid is uitvoerder van door de politiek opgedragen taken: de politieke/staatsrechtelijke invalshoek.
· De overheid is oplosser van maatschappelijke vraagstukken: de overheid als probleemoplosser.
· De overheid waakt over een rechtvaardige inkomens- en lastenverdeling.

Deze taken voert de overheid slecht uit. De politieke/staatsrechtelijke invalshoek ligt onder vuur. De complexe realiteit van het internet-tijdperk is niet meer beheersbaar vanuit een klassiek hiërarchisch gestuurde overheid die verantwoording aflegt aan een gekozen politiek bestuur. De controlebureaucratie waar de uitvoerende professionals van scholen en ziekenhuizen onder gebukt gaan is een treffend voorbeeld. Het kost de overheid sowieso grote moeite om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. De overheid presteert onder de maat op gebieden als infrastructuur en ruimtelijk beleid, milieu- en energiebeleid, volkshuisvesting, immigratie, jeugdcriminaliteit. Dit is onacceptabel, omdat het beter kan. De rol van de overheid als inkomensverdeler, de verzorgingsstaat, staat eigenlijk het minst ter discussie. Maar de uitvoering is een puinhoop (UWV, Belastingdienst).

De bestaansgrond van de overheid is het oplossen van maatschappelijk problemen en zorgen voor een rechtvaardige inkomensverdeling. Er is behoefte aan een overheid die meer overlaat aan samenleving en burgers, een overheid die beter presteert en tegelijkertijd minder kost. Die overheid heeft als taken: het zorgen voor een rechtvaardige inkomensverdeling, sociale zekerheid, gezondheidszorg, onderwijs, een schone en veilige leefomgeving, infrastructuur, een democratische rechtsstaat, internationale samenwerking, veiligheid, vrijheid. De overheid moet zich zo organiseren dat deze taken op een praktische en goede manier worden uitgevoerd. Een overheid met veel minder bestuurders en beleidsmakers en veel beter toegeruste uitvoerders.

Deze nieuwe overheid zou naar mijn mening moeten voldoen aan twee uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt is de burger. Het tweede uitgangspunt is de lange termijn.

Ten eerste: de burger kent veel gezichten. Onderdaan. Leerling. Belastingbetaler. Kiezer. Patiënt. Ondernemer. Werknemer. Werkloze. Arbeidsongeschikte. Consument. Energieverbruiker. Woningzoekende. Immigrant. Reiziger. Iedere type kent zijn eigen verwachting van goede dienstverlening. Goed onderwijs, een rechtvaardige belastingaanslag, een beschikbare huurwoning, een professionele medische behandeling, inburgering, veiligheid. De professionele, publieke uitvoerder is het aanspreekpunt van ieder type burger. Die publieke professional weet wat de burger verwacht, kent diens rechten en plichten en is in staat zijn professionele verantwoordelijkheid goed aan te wenden. Deze professional maakt eigen keuzes in concrete situaties en doet daarnaast wat er van hem wordt verwacht. Iedere publieke dienst kent zijn eigen optimale uitvoeringsmodel (gemeente, ziekenhuis, school). Het uitgangspunt is een zo licht mogelijk uitvoeringsmodel, met zo min mogelijk betutteling van bovenaf.

Ten tweede: De overheid moet visies ontwikkelen voor de lange termijn en deze vertalen in toegesneden beleid en uitvoering. Er is een rijksdienst nodig die functioneert als een hoogwaardig kenniscentrum en regisseur. De uitvoering vraagt om programma-sturing en een projectmatige manier van werken.

Voor beide uitgangspunten geldt dat de overheid goed moet kunnen nadenken en goed moet kunnen uitvoeren. Daar past geen eenzijdige verticale sturing meer bij waarin doen (uitvoering) ondergeschikt is gemaakt aan het maken van beleid.

De nieuwe overheid heeft twee gedaantes. Op afstand staat de rijksdienst, véél kleiner dan de huidige en gebaseerd op een slimme organisatie van kennis, flexibiliteit en professionaliteit. De rijksdienst is een knooppunt tussen de lokale publieke dienstverlening en de Europese Unie. Over de structuur van de rijksdienst kan gediscussieerd worden. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld 7 ministeries: een europaministerie, een ministerie voor veiligheid, een ministerie voor grote projecten, een ministerie voor het onderwijs, een ministerie voor de lastenverdeling/sociale zekerheid, een ministerie voor de gezondheidszorg, een ministerie voor de leefomgeving. Zeven hoogwaardige kenniscentra met ieder hooguit 250 medewerkers, uitvoerende diensten niet meegerekend. Verder een shared service centre voor administratieve taken, een internet portal, een stafdienst voor het politieke bestuur plus een handjevol toezichthouders.

Dichtbij staat een veelzijdige, publieke dienstverlening. De gemeente is er voor de generieke taken en scholen, ziekenhuizen, brandweer, politie en wat dies meer zij zijn er voor de specifieke taken. Lokale overheden en dienstverleners beschikken over eigen beleids- en handelingsruimte, want die is onmisbaar om effectief te kunnen zijn. De nieuwe overheid vertoont sterke overeenkomsten met de Gerichte Verzorgingsstaat van het CPB (Reinventing the Welfare State, CPB, maart 2006).

Verandering lukt alleen door gecombineerde druk van binnenuit en van buitenaf. Gemeenten en andere publieke dienstverleners willen hun dienstverlening wel verbeteren, maar ze worden belemmerd door politiek Den Haag, dat nalaat zich uit te spreken over de taken van de overheid. Daarnaast moet de Eerste Kamer het wetsontwerp van het Burgerservicenummer (BSN) aanvaarden en dit niet langer voor zich uit schuiven. Met de invoering van het BSN wordt de Kafkaëske overheidsbureaucratie transparant, omdat het overheden dwingt hun informatiehuishouding te openbaren, waarna de grote efficiency-operatie werkelijk kan beginnen. De samenleving wil betere dienstverlening en optimaal gebruik van het internet.

Gijs van Loef is consultant
Volkskrant FORUM

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.