Populisme is een cri de coeur van de gewone man

Laat ik in minder dan 300 woorden de gebeurtenissen proberen te duiden.
De globalisering van de markteconomie, de digitalisering –uiting van ongeremde wetenschappelijke doorbraken- en de opwarming van de aarde zijn de grote veranderingen van de 21 eeuw. Het huidige, maatschappelijk evenwicht wordt daardoor ontwricht. Geleidelijke aanpassing, evolutie, is onmogelijk. De mens als biologisch en sociaal wezen is in gevaar. Hij dendert stuurloos de 21e eeuw in.
De machtsongelijkheid, gedicteerd door de verdeling van het bezit, wordt groter. De confrontatie tussen de moderne wereld en de niet-moderne wereld (het Midden-Oosten en Afrika) leidt tot een schokgolf. Kansarmen zoeken, in bezit van smartphone en andere moderne verleidingen, massaal wegen naar de moderne wereld. Eenzelfde clash zien we binnen Europa: het moderne West-Europa en het achtergebleven Oost-Europa.

Landen en regio’s die minder ver in hun ontwikkeling zijn dan de moderne (westerse) landen worden ontwricht door de storm van gedroomde welvaart die over hen heen raast. Het neoliberale wereldbeeld kent winnaars maar steeds meer verliezers. Religies botsen, de islam symboliseert de niet-moderne wereld. Terrorisme zaait angst alom.
De huidige politieke elites – die de machtigen (onbewust?) vertegenwoordigen – hebben geen antwoord op de orkaan van de 21e eeuw. Ze staan in hun hemd. Het ontbreken van een samenhangend, moreel en daardoor geloofwaardig antwoord (noemt het een visie) van de moderne landen ontwricht nationale samenlevingen.
Moderne overheden bieden onvoldoende veiligheid en zekerheid. Het vijftig jaar lang succesvolle systeem van de geleidelijke ontwikkeling werkt niet meer. Gewone burgers, de massa’s, komen in opstand. De belangrijkste oorzaken zijn verlies van zekerheden en angst. Een gedeelte van de spanningen uit zich in de vorm van wat de intelligentsia ‘het populisme’ noemen. Het is een cri de coeur van de gewone man , de emotie van zijn onverwerkt verleden.

 

Marktwerking ondermijnt duurzame economische ontwikkeling

Er is een verband tussen de marktwerking in de publieke sector en het achterblijven van onze economie. Het vrijemarktdenken in de publieke sector heeft de mensen in sociaal-culturele zin in verwarring gebracht, want waar gaat het nu uiteindelijk om? Het publieke belang of de private winst? We weten het met zijn allen niet meer.

Overheid en markt zijn twee fundamenteel verschillende waarde principes. De privatisering van (delen van) vitale technische infrastructuren, zoals de energievoorziening, het openbaar vervoer, post- en telecommunicatienetwerken heeft het vermogen om een krachtig toekomstgericht beleid te voeren uitgehold, omdat met de verkoop van het publieke bezit de controle over deze belangrijke systemen en de bijbehorende kennis is verdwenen.

De marktwerking heeft essentiële zekerheden uitgehold. Ze heeft het vertrouwen in de overheid aangetast. Zowel haar integriteit staat ter discussie: staat de overheid wel voor het publiek belang?, als haar vermogen tot handelen, haar capaciteit: kan de overheid wel de randvoorwaarden scheppen voor de gewenste duurzame economische groei?
In terminologie van het boek: het overheidsprincipe van de collectieve dimensie, de veiligheid en zekerheid van vitale technische infrastructuren, hapert waardoor het overheidsprincipe van de internationale dimensie, de vergroening van de economie, zich niet kan ontwikkelen. Anders gezegd: het type overheid: markt partnership functioneert niet.

Er zijn krachtige, zelfs overtuigende aanwijzingen dat dit ook inderdaad het geval is. Het World Economic Forum constateerde recent wat we eigenlijk al lang weten, namelijk dat Nederland op innovatiegebied achterblijft. Het WEF wijt dit aan gebrek aan samenwerking tussen onderwijs-, onderzoek-, kennisinstellingen en het bedrijfsleven… Een gebrek aan samenwerking. Zou dit misschien komen omdat iedereen in het publieke domein tegelijkertijd ook elkaars concurrent is? De Autoriteit Consument en Markt blokkeert nu het Energieakkoord. Competitie en samenwerking gaan kennelijk moeilijk samen. Maar een krachtig partnership – op basis van afspraken over samenwerking – van overheid en markt is juist nodig om de vergroening van de economie te stimuleren (> Planbureau voor de Leefomgeving). Economische ontwikkeling gaat over het vertrouwen van organisaties dat er een gemeenschappelijke basis voor ontwikkeling is, er moeten zekerheden zijn. Hier wringt de schoen.

Economie gaat natuurlijk (ook) over het vertrouwen van mensen. Maar de mensen hebben volgens het Sociaal Cultureel Planbureau weinig vertrouwen en waardering voor de marktwerking in de publieke sector, zoals de privatisering van staatsbedrijven als de PTT en de spoorwegen.
Het verband is duidelijk.
Nederland blijft zo een ouderwets exportland.

Misschien is er ook een verband tussen de publieke marktwerking en andere sociaal-culturele kenmerken, ons zwak ontwikkelde nationale bewustzijn en onze individuele koopmansgeest. Die hebben ons er in elk geval niet van weerhouden om een partijtje staatsbedrijven van de hand te doen.