De #zorgcrisis in 4 beelden

Erratum 2 jan. 2022 – Om voor mij onbegrijpelijke reden is de weergave van The Economist d.d. 3/12/2021 in blauwe en rood precies verkeerd: de blauwe lijn is het aantal geregistreerde coronadoden, de rode lijn is het aantal gemeten besmettingen. Bijgaand de juiste weergave d.d. 2/1/2022:

Het aantal geregistreerde coronadoden (rood) en het aantal gemeten coronabesmettingen (blauw): 6 golven. Scaled to peak (2 x-assen). Het aantal besmettingen van de 6e golf is nog hoger dan hier weergegeven – net als bij de 1e golf. Bron: The Economist, 3 dec. 2021

1e – Nederland is het enige modern europese land met zes golven. Het bewijs dat het beleid niet effectief is.

2e – De zwakten van het marktgedreven zorgstelsel worden zichtbaar door de pandemie. Nu weer: de traagheid van de boostercampagne. De kwetsbaarheid van de 25 GGD-uitvoeringsorganisaties.

3e – De twee cruciale denk- en ontwerpfouten van het marktgedreven zorgstelsel.

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/waarom-zorg-in-nederland-juist-niet-tot-de-beste-hoort~b784a3eb/

https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/nederlandse-zorg-valt-van-haar-voetstuk.htm

4e – Uiteenrafeling van de onderliggende complexiteit. Het hart van de zorg, de intrinsiek gedreven zorgverlening, bezwijkt. De overheid moet ingrijpen maar doet dit zonder samenhangend idee, zonder plan.

De vitale overheid (2005)

Het essay verscheen in Naar een vitale kleurrijke overheid, SDU 2005.

Enkele andere publicaties:

Oudste publicatie:

recensie in het Parool

Boeken:

De kloof voorbij, een visie op de toekomst van Nederland, een wake-up-call voor onze volksvertegenwoordigers (2008, voorwoord Pieter Winsemius)

Kiezen tussen overheid en markt (2013, voorwoord Jan Terlouw)

afbeelding denkmodel uit Kiezen tussen overheid en markt

Ongekend onrecht? (2021) Geef burger betere overheid! (2007)

Het demissionaire kabinet heeft een ambitieus herstelprogramma aangekondigd in de kamerbrief ‘Ongekend onrecht’. Citaat: “Het is een zwarte bladzijde in de
geschiedenis van de Nederlandse overheid. Het vervult het kabinet met een diep gevoel van schaamte. De grondbeginselen van de rechtsstaat zijn geschonden.”

Hier de eerste pagina en de hoofdstukken.

1. Herstel van gedupeerde ouders verruimen en versnellen
2. Stoppen met Toeslagen in de huidige vorm
3. Leren van de praktijk: signalen serieus nemen
4. Versterken dienstverlening bij alle onderdelen van de overheid
5. Wet- en regelgeving en de menselijke maat
6. Discriminatie en het gebruik van nationaliteit
7. Informatievoorziening aan parlement en samenleving: openheid is de standaard
8. Informatiehuishouding: de basis op orde
9. Rol van de andere staatsmachten
10.Versterking van het ambtelijk vakmanschap
11.Vervolg: in gesprek over de ambities en maatregelen
12.Tot slot

Het doet me terugdenken aan dit oude pleidooi voor een betere overheid (deVolkskrant, 16 mei 2007). Gaat deze geschiedenis (de details verschillen) zich herhalen?!

Staatstoezicht op de Mijnen?

Het falen van de oudste toezichthouder van Nederland, Staatstoezicht op de Mijnen, legt de vinger op een structureel probleem: het overheidstoezicht op het naleven van de regels in marktsectoren schiet tekort. We hebben de afgelopen jaren veel voorbeelden van falend overheidstoezicht gezien: in de financiele sectoren, in de woningcorporatiesector, in de sector van het hoger onderwijs, bij de petrochemie (Chemiepack), bij de NZA (interne problemen), in de vleeshandel (paardenvlees).

Maar het volledig verzaken van de toezichtrol door Staatstoezicht op de Mijnen slaat alles. De Mijnwet van 1810 is de oudste Nederlandse wet. Het Staatstoezicht op de Mijnen werd in hetzelfde jaar opgericht. Staatstoezicht op de Mijnen houdt onafhankelijk toezicht op de mijnbouw en het transport van gas, zodanig dat het op een maatschappelijk verantwoorde wijze wordt uitgevoerd.

Enkele feiten: In 1972 blijkt uit onderzoek van de NAM dat Groningen tot maximaal 1 meter verzakt in 2050 (de Volkskrant, 18 feb.). In december 1986 is er een aardbeving met de kracht van 3.0 (schaal van Richter) in Assen. Sindsdien zijn er 1000 aardbevingen in het noorden geregistreerd.

In 2002 werd de stokoude wetgeving vernieuwd en gebundeld in de nieuwe Mijnbouwwet en het Mijnbouwbesluit met uitvoeringsbepalingen. De nieuwe mijnbouwwet verplicht de concessiehouder een winningsplan op te stellen met een kaart van de te verwachten bodemdaling en deze bodembeweging ook te meten, op een zorgvuldige en betrouwbare wijze en hierover te rapporteren. Het Staatstoezicht op de Mijnen heeft als toezichthouder de taak ervoor te zorgen dat dit ook gebeurd.

Zes jaar later, in 2008, stelt de Technische commissie bodembeweging (adviesorgaan van de minister van EZ, art. 35 Mijnbouwwet) dat er ‘Betere meetnetten voor bodemdaling nodig zijn’.

Het Staatstoezicht op de Mijnen stelt in het Jaarverslag 2009 vast dat (citaat) ‘de veiligheid van de delfstofwinning in Nederland op een hoog niveau ligt. De hoge veiligheidsstandaard is te danken aan een goede risicobeheersing. De oliemaatschappijen hebben voor al hun activiteiten de risico’s in kaart gebracht en maatregelen genomen om die risico’s in te dammen. Daarbij werken ze volgens het principe van continue verbetering. Voortdurend kijken ze of een bepaald proces nog veiliger kan worden ingericht. Staatstoezicht op de Mijnen inspecteert of de oliemaatschappijen hun zorgsystemen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu goed op orde hebben. Die inspectie vindt zowel op afstand als op locatie plaats.’

In het Jaarverslag 2011 spreekt het Staatstoezicht op de Mijnen van (citaat) ‘de hoge veiligheidsstandaard in de delfstoffenindustrie. Er zijn geen dodelijke ongevallen.’  De Inspecteur-Generaal der Mijnen zegt daarbij dat hij het als toezichthouder op de gaswinning (citaat) ‘de moeite waard vind om de achtergrond van de concentratie van aardbevingen serieus te laten onderzoeken’.

In 2013 stelt de Inspecteur-Generaal naar aanleiding van de zware Huizinge beving van 2012 dat het onderzoek naar de toedracht (citaat) ‘uiteraard in eerste instantie de verantwoordelijkheid van oliemaatschappijen zelf is. Daar hebben wij ook constant bij hen op aangedrongen. Maar toen dat uitbleef hebben wij het zelf opgepakt.’

Dus tien jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe Mijnbouwwet (en meer dan 40 jaar na het NAM-rapport) begon het Staatstoezicht op de Mijnen ten langen leste met de uitvoering van haar primaire taak: toezicht en handhaving van de regels met betrekking tot de gaswinning.

Kiezen tussen overheid en markt - Gijs van Loef

Tot zover deze column.

Twee jaar geleden heb ik een boek geschreven over marktwerking in het publieke domein, waarvan dit een treffend voorbeeld is. In dit boek, ‘Kiezen tussen overheid en markt’, maak ik onderscheid tussen vier principes van overheidshandelen, vier soorten publieke waarden, die door de overheid gewaarborgd moeten worden. Alle technische infrastructuren die het algemeen maatschappelijk belang dienen, zoals energiesystemen waaronder de gaswinning in de Nederlandse bodem, moeten voldoen aan de eisen van collectieve veiligheid en zekerheid. Dat wil zeggen dat deze systemen operationeel veilig moeten zijn, de volksgezondheid mag niet bedreigd worden en operationeel gegarandeerd, de systemen mogen niet haperen of uitvallen. Ik noem dit het principe van ‘collectieve veiligheid en zekerheid’ van technische infrastructuren met een algemene maatschappelijke functie (zoals de drinkwater- en energievoorziening, het openbaar vervoer, essentiele communicatienetwerken).

Bij de gaswinning in Groningse bodem heeft de rijksoverheid dit principe consequent verloochend: het ging alleen om de zekerheid van de gaswinning, veiligheid speelde geen enkele rol, met uitzondering van de veiligheid van de mensen die direct bij de uitvoering van de gaswinning zelf betrokken zijn.

Column staat ook op:
http://www.z24.nl/columnisten/gijs-van-loef-zwak-toezicht-gaswinning-groningen-exemplarisch-voor-falen-overheid-540161

column op Joop.nl

Deliberate Choice: Public Good or Marketplace

coverE.jpeg

Which public tasks, (partly) funded by government taxes, should be executed by governmental agencies and which should be executed by business organizations? is the central theme of this book. A conceptual model, constructed of three perspectives, is presented.
1st – Public execution and the Free market are treated as counterparts, mixed combinations of Public assignment and Business execution exist in between. Six different types are described.
2nd – Human conduct, both in public and private activity, consists of five elements: Will, Capability (Resources, Knowledge), Thought, Activity, Legality.
3d – Public tasks are defined at four aggregate levels: individual rights, collective systems, national security and cultural heritage and international obligations, specially fostering sustainable development.
These are the three perspectives that are combined in the conceptual model.

Conceptual model copyright Uber Local care 092014