Beste Adjiedj Bakas: Schoenmaker, blijf bij je leest!

Trendwatcher Baks pleit in de Volkskrant van 22/11 jl. voor het privatiseren van Rijkswaterstaat. Onze ingenieursbureaus zouden ondanks hun hoogwaardige kennis niet kunnen concurreren met Aziatische staatskapitalistische bedrijven. De vrolijke Bakas is een uitstekend trendwatcher en een slimme ondernemer wiens profetieën hem geen windeieren leggen. Maar de man beschikt over weinig sociaal-cultureel en politiek-bestuurlijk inzicht.

Op het 100 jarig jubileumcongres van de VNG in juni 2012 kregen alle congresgangers het boek De Staat van Morgen[1], waarin Bakas zijn idee van Nederland als watergidsland ontvouwde. Dit boek toont twee kanten van Bakas: de kundige trendwatcher van technologische innovaties enerzijds, de politieke naïeveling die een alarmerend en simplistisch beeld van de samenleving en het openbaar bestuur huldigt anderzijds. Lees het slot van De Staat van Morgen vanaf blz. 374 e.v.: RWS moet een profit centre worden, het ministerie van EZ wordt het belangrijkste departement, de euro valt, het protectionisme keert terug en het nationale bedrijfsleven zorgt voor volledige werkgelegenheid. Bakas slaat vervolgens op hol en spreekt van ‘asociale burgers die de staat een hoop geld kosten en die vaak een hele schare kindekes fokken (…) die opgroeien tot een nieuwe generatie asociale burgers’, waarna hij opteert voor ‘sterilisatie van bepaalde bevolkingsgroepen’. Bakas’ pleidooi voor de herinvoering van een staats kapitalistisch geleide economie met RWS als commercieel speerpunt in de internationale markt roept dus wel morele vraagtekens op.

Bakas heeft kennelijk niet scherp in zijn vizier welke grote verschillen er bestaan tussen (jonge) staats kapitalistisch geleide landen als Singapore en Zuid-Korea en Nederland. Zijn Aziatische voorbeelden kennen een zeer korte democratische traditie (Zuid Korea ca. 30 jaar), zij zijn strak centralistisch/hiërarchisch georganiseerd en zij hebben trotse en nationalistisch denkende politieke elites. Deze landen maken inderdaad een economische boost door mede dankzij hun politieke model van strakke centrale sturing. Wàt een verschil met ons politiek versplinterd land, waar centraal gezag nauwelijks nog erkend wordt, waar nationalisme een vies woord is en waar politici diep gewantrouwd worden. Waar 25 jaar ongebreideld marktdenken het vertrouwen in de overheid heeft uitgehold, de collectieve sector duurder heeft gemaakt maar de burger armer en in het publieke domein een kaste van 3000 ‘zakkenvullers’ heeft opgeleverd die veel meer verdienen dan de premier van Nederland. Bakas pleidooi om RWS tot een profit-center te maken van de BV Nederland is in dit licht bezien een bizarre gedachte die gewoon tè ver af staat van de sociaal-politieke realiteit.

Wat natuurlijk wel zo is, is dat overheid en bedrijfsleven elkaar hard nodig hebben om gewenste (groene) economische ontwikkelingen mogelijk te maken (zie o.a. het Planbureau voor de Leefomgeving). Dat wij in het watermanagement voorop lopen staat buiten kijf en ongetwijfeld is dit een echte topsector, juist ook omdat de klimaatverdwazing  (term van Bakas) deels met watermanagement bestreden moet worden. Hier liggen natuurlijk enorme mogelijkheden.

Wat wij nodig hebben zijn enkele gezaghebbende politici van links, midden en rechts die zorgen voor consensus tussen de belangrijke politieke stromingen over een nationaal economisch herstelplan. Daarbinnen past een integere, professionele en krachtdadige rijksoverheid die regisseert, laat uitvoeren en ook loslaat. Daarbinnen is zeker voor RWS als professionele publieke uitvoeringsregisseur voor (water-) infrastructuren een belangrijke rol weggelegd.

Maar tegen Bakas zeg ik: blijf vooral trendwatcher en als je echt zonodig in de politiek wilt gaan, doe eerst een cursus maatschappijleer en denk nog eens na over die kindekes.

 


[1] Voorwoord Jan Marijnissen; Bakas was keynote-spreker op het congres.