Hooggeleerde heer professor Putters,

Bent u bereid toe te geven dat de beleidstheorie van de gereguleerde marktwerking een dwaalspoor is geweest, de leer waar u de afgelopen decennia als hoogleraar van de Erasmus Universiteit bij betrokken bent geweest?

Net als uw collega Pauline Meurs, voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, die twee jaar geleden nog beweerde dat wij “een fantastisch zorgstelsel” hebben, inmiddels toegeeft  dat het driehoekig marktenconstruct de essentie van de zorgrelatie ondermijnt en niet werkt? (‘Patiënt centraal’, okt. 2017).

U heeft het rapport ongetwijfeld ook gelezen, ik citeer: “De Raad constateert dat zorginkoop binnen de Zvw en Wlz niet werkt zoals achter de tekentafel bedacht is. De Raad adviseert om af te stappen van het maken van beleid op basis van de onrealistische aannames en van de verwachting dat door het beleid te optimaliseren, de praktijk alsnog volgens deze logica gaat werken.” Kortom, de Raad zet de bijl aan de wortel van het private zorgstelsel, alhoewel ze bezweert “niet het ene stelsel door het andere te willen vervangen”.

De meerderheid van de Nederlanders wil dat het geprivatiseerde zorgstelsel fundamenteel veranderd. Een radicale ommekeer sinds 2013 (SCP 2013; Commonwealthfund 2017).

U bent beiden prominent wetenschapper, bestuurder en ook politicus van de PvdA. In 2015 deed het Sociaal Cultureel Planbureau in de tweejaarlijkse ‘Sociale Staat van Nederland’ opvallend genoeg geen uitspraken over het functioneren van ons zorgstelsel. Ik ben zeer benieuwd naar de komende editie van de Sociale Staat.

Ik wacht uw reactie met belangstelling af.

Hoogachtend,

Gijs van Loef

Onafhankelijk adviseur zorgstelsel en specialist marktwerking publieke sector

 

Interview: https://www.skipr.nl/actueel/id23957-nieuwe-raad-wil-antenne-voor-onderbelichte-kwesties-

Nederlands privaat zorgstelsel: Levensverwachting (geen verband), Kosten, Transparantie

Op basis van het OESO-rapport: http://www.keepeek.com/Digital-Asset-Management/oecd/social-issues-migration-health/health-data-governance_9789264244566-en#page199 is de eerder gepubliceerde tabel https://gijsvanloef.nl/2017/09/12/levensverwachting-zorgkosten-bnp-publiek-of-privaat/ aangevuld.  Van 9 van de EU-14 geeft de OESO een overall oordeel over de mate van transparantie van het zorgstelsel, alleen Italie is hier niet meegenomen (onduidelijk beeld).

Er is geen duidelijk verband tussen de levensverwachting bij geboorte en de macrokosten van een zorgstelsel en de transparantie van een zorgstelsel. De levensverwachting wordt getoond, omdat het de meest gehanteerde algemene gezondheidsindicator is in internationale onderzoeken naar de gezondheidszorg van landen. Zie verder: https://gijsvanloef.nl/2017/09/10/onze-levensverwachting-2-het-rivm-persisteert-in-tendentieuze-berichtgeving/

De OESO spreekt van Health Data Governance Systems, d.w.z. privacy-protective uses of personal health data by examining current data availability, uses and governance practises; and identifying key data governance mechanisms that maximise benefits to patients and societies and minimise risks to patients’ privacy and to public trust and confidence in health care providers and governments.  Voor het gemak vertaal ik dit in het begrip ‘Transparantie’.

Conclusie: Landen met een Publiek zorgstelsel zijn goedkoper en meer transparant dan landen met een privaat zorgstelsel, deze zijn duurder en minder transparant.

Nederlands zorgstelsel is niet transparant (OESO)

Over het belang van transparantie. Waarom? Wanneer? De relatie met een publiek, dan wel privaat zorgstelsel. Twee vragen aan U, lezers, om de gedachten te prikkelen:

a. Waar is transparantie een cruciale randvoorwaarde voor een zorgstelsel, in een publiek of een privaat zorgstelsel?

b. Waar is transparantie het beste geregeld/het meeste aanwezig, in een publiek of een privaat zorgstelsel?

Via een twitter-interactie met een partner van KPMG Health (Dhr. David Ikkersheim) ben ik op het spoor gekomen van de volgende OECD-publicatie: OECD Health Data Governance
Het rapport is uit 2015. Naar mijn weten is er geen aandacht aan besteed.

In deze studie wordt de transparantie van zorgstelsels van landen onderling vergeleken. De conclusie is dat Nederland erg slecht presteert vergeleken met andere moderne Europese landen. Zie bijvoorbeeld de pagina’s 17 (19; 3e alinea), 31 (32) en 67 (69, alle hieronder weergegeven) en 104 (Nederland wordt niet eens genoemd in de landentabel).

 

Zie ook: https://gijsvanloef.nl/2016/08/05/transparantie-soap-zorgprijzen-van-ziekenhuizen/

De Raad heeft de klok horen luiden

Gepubliceerd op skipr: https://www.skipr.nl/blogs/id3311-de-raad-heeft-de-klok-horen-luiden.html Hier de aangeleverde tekst met afbeeldingen.

Reacties

Alexander Rinnooij Kan – Heel interessant, Gijs!

Bart Bruijn (apotheekhoudend huisarts) – DIT! Gijs van Loef fileert messcherp het zorgstelsel en de onwil van de Raad om man en paard te noemen

Jean Bronzwaer (cardioloog) – Dank je, Gijs. Interessant

Marian Loupen (zorgbestuurder en politica D66) – Het is ongelofelijk hoe keiharde waarheden stelselmatig worden genegeerd en/of ontkend. Marktwerking is een dogma, een religie.

Roger Sorel (topbestuurder Farma) – Beide stukken met belangstelling gelezen. Ben benieuwd of je daar nog reactie op krijgt. M.n. stuk over ‘ de Raad heeft de klok horen luiden’ leent zich daar zeer voor!

De Raad heeft de klok horen luiden

Met het vorige week verschenen rapport “Zorgrelatie centraal, Partnerschap leidend voor zorginkoop” legt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS, verder: de Raad) de bijl aan de wortel van het private zorgstelsel (Zvw en Wlz) en de beleidstheorie van de gereguleerde marktwerking.
De Raad stelt de vraag of de huidige inkooppraktijk die met Zorgverzekeringswet (Zvw) is ingevoerd (en overgenomen in de Wmo en de Wlz) de kwaliteit van de zorgrelatie versterkt. “De zorgrelatie is verworden tot een transactie tussen zorginkoper en zorgaanbieder”, meent de Raad, “de essentie van die zorgrelatie wordt ondermijnd.”
De zorginkoop leidt tot een eenheidsworst, ontbeert draagvlak bij burgers/patiënten, geeft hoge administratieve lasten en werkt verbetering via innovatie en preventie tegen. Binnen de medisch-specialistische zorg, de kraamzorg en de intramurale ouderenzorg zijn de kosten op macroniveau ook nog eens toegenomen, terwijl kostenverlaging de bedoeling was.
Het is – voor de goede verstaander – een vernietigend oordeel over de institutionele opzet van de aansturing van de totale gezondheidszorg. Maar het wordt verteld in besmuikt taalgebruik, ‘zorginkoop’ doet immers in eerste instantie denken aan een specifieke activiteit ‘waar inkopers hun ding doen’.

Een driehoek die niet werkt
De Raad tilt haar analyse expliciet naar een hoger niveau als de rijksoverheid en de landelijke politiek erbij worden gehaald: “Die houden vast aan de maakbaarheid in de totale zorg. De organisatie van de zorg moet via interventies van de minister of de staatssecretaris beïnvloed kunnen worden, terwijl dat niet de gekozen inrichting is.”
Men durft de regie kennelijk niet over te laten aan zorgverzekeraars en hun zorgkantoren. Daarmee wordt feitelijk het DNA van het private zorgstelsel, de driehoeksverhouding van de drie interacterende markten, de zorgverzekeringsmarkt, de zorginkoopmarkt en de zorgverleningsmarkt, ter discussie gesteld: “Binnen de Zvw blijkt er slechts beperkt een relatie te zijn tussen het gedrag van verzekerden en zorggebruikers enerzijds en zorginkoop anderzijds. De driehoek werkt niet.”

Hoe moet het dan wel?

De Raad wil de zorgrelatie tussen de cliënt/patiënt en de professional weer centraal stellen. Daarbij gaat de Raad holistisch te werk en schetst een nieuwe inkoopfilosofie die toepasbaar moet zijn voor alle drie deelstelsels: Zvw, Wlz en Wmo/Jeugd (gemeentelijke domein). Het maakt het 3e hoofdstuk (“Ander perspectief”) moeilijk leesbaar. Het is voer voor bestuursfilosofen.
In de Zvw moeten niet meer protocollen/standaarden en DBC’s de concrete, individuele zorg bepalen en de norm zijn voor het betalen, maar concrete zorg die tot stand komt in de as patiënt-zorgverlener moet het uitgangspunt zijn en vervolgens, dus achteraf, geadministreerd en uitbetaald.
De Raad draait de driehoek letterlijk om en maakt in tekst en beeld de zorgverzekeraars ondersteunend/faciliterend aan de as patiënt-zorgverlener, waarbij budgettaire meerjarenafspraken met zorgverleners het uitgangspunt zijn. Ze constateert dat er allerlei waarborgen zijn waardoor er vertrouwen mag zijn (!) in het beoordelings- en handelingsvermogen van zorgprofessionals in hun interactie met de zorgcliënt. Alsof dat een eyeopener is.

Impliciet lees je tussen de regels door dat de Raad wil afrekenen met de doorgeslagen wantrouwcultuur – die natuurlijk alles te maken heeft met het geïnstitutionaliseerde concurrentie denken. De Raad spreekt van een “strategische inkooprol op de achtergrond” van zorgverzekeraars.
Dit deel van het rapport, waarin de Raad allerlei denkbare taken opsomt voor – laat ik het zo noemen – Zorgverzekeraars 2.0 roept veel vragen op. Het is een abstracte woordenbrij. Zorginkopers 2.0 zouden over een “goudmijn aan kennis en informatie beschikken doordat ze de zorg en hulp betalen op basis van prestaties. Ze hebben de bijzondere positie dat ze overzicht over het geheel hebben en ze kunnen dit gebruiken om zorg en ondersteuning te verbeteren” (Big Data?)
Dit gaat voorbij aan het fundamentele kennisverschil tussen hoogopgeleide zorgprofessionals die hun werk naar eigen, professioneel ontwikkeld inzicht doen en eenzijdig geschoolde en op afstand staande zorginkopers 2.0, een tegenstelling die de Raad met haar advies niet oplost.
In de Zvw wil de Raad overgaan tot regionale inkoop van de acute zorg door één zorgverzekeraar en daarmee het concurrentiebeginsel uitschakelen. Als de 1e lijn en een belangrijk deel van de 2e lijn geregisseerd worden en er per definitie al geen concurrentie bestaat tussen regioziekenhuizen, blijft er weinig zorglandschap over waar het concurrentieprincipe ons tot het wensbeeld van hogere zorgkwaliteit en lagere kosten zal kunnen brengen.
Ook in de 3e lijn van de academische ziekenhuizen worden natuurlijk al lang landelijk dekkende afspraken gemaakt, wat er dan overblijft voor de markt zijn supergespecialiseerde electieve behandelklinieken, maar dit terzijde (NB: natuurlijk zijn er wel inkoopmarkten van medische hulpmiddelen en medicijnen).

Afrondend
De Raad concludeert: “In dit advies constateert de Raad dat zorginkoop binnen de Zvw en Wlz niet werkt zoals achter de tekentafel bedacht is. De Raad adviseert om af te stappen van het maken van beleid op basis van de onrealistische aannames en van de verwachting dat door het beleid te optimaliseren, de praktijk alsnog volgens deze logica gaat werken.”
Kortom, de Raad zet de bijl aan de wortel van het private zorgstelsel, alhoewel ze bezweert “niet het ene stelsel door het andere te willen vervangen”. Het is uiteindelijk een politiek verhaal. De zorgstelseldiscussie is eindelijk heropend.

Verwijzingen:
Nieuwe Raad wil antenne voor onderbelichte kwesties zijn Interview met Pauline Meurs

 

Nederlands private zorgstelsel is inferieur: dure zorg van middelmatige kwaliteit, laag opgeleid de klos

update 31/1/2017 – Prof. Dr. P. Jeurissen bevestigd de juistheid van mijn analyse (3e punt)!

update 5/1/2018 – Reactie op de video ‘Hoe Goed is Onze Gezondheidszorg’ van Prof. Dr. P. Jeurissen: ‘Vindt je het leuk om een keer hierover in debat te gaan bij een college dat ik geef.’ Ik heb toegestemd, maar dit duurt nog een jaar.

update 13/12/2017 – reactie van Xander Koolman (zie hiervoor), bevestigend commentaar bij het 3e punt

update 6/11/2017 – De gezondheidsverschillen tussen laag- en hoogopgeleiden zijn structureel zeer groot: een verschil van zeven jaar voor de levensverwachting bij geboorte en een verschil van bijna twintig jaar (!) v.w.b. de levensverwachting in goede gezondheid. Dit is de afgelopen 10 jaar gelijk gebleven (Prof. Dr. J. Mackenbach, EUR).

update 24/10/2017 – Bewijslast stapelt zich op: Nederlands zorgstelsel is niet transparant (OESO, 2015)

update 8/10/2017 – Conclusie Raad voor Volksgezondheid en Samenleving m.b.t. de driehoek van zorginkoop(markt), zorgverzekering(-smarkt) en zorgverlening(-smarkt) die “niet werkt” meegenomen bij het 5e punt, met korte toelichting.

update 15/9/2017 – Eerste reactie van Prof. Dr. P. Jeurissen (Hoogleraar Betaalbaarheid van de zorg, Celsus Academie): Eens met 1e, 2e, 3e, 4e en 6e punt. Deels oneens met 5e punt.

 

In de afgelopen week heb ik belangrijke, wetenschappelijke bevindingen op een gecomprimeerde wijze samengevat in blogs.

Samenvatting:

1e – Er zijn twee kwalitatief goede en wetenschappelijk gefundeerde Zorgstelselranglijsten: OESO Health at a Glance en het CommonWealthFund (CMWF). Het CMWF rapporteert over 7 moderne Europese landen, de OESO rapporteert over alle 14  moderne Europese landen met data die jaarlijks worden bijgewerkt en online beschikbaar zijn. bron: VWS, 2016. Zie verder: https://gijsvanloef.nl/2016/09/21/de-gezondheidszorg-in-14-moderne-europese-landen-kwaliteit-versus-kosten/

2e – De Nederlandse levensverwachting bij geboorte is 81,8 jaar, zes moderne Europese landen hebben een hogere levensverwachting (Spanje, Zwitserland, Italie, Frankrijk, Zweden, Noorwegen). De Nederlandse man heeft een levensverwachting van 80 jaar (6e plaats), de Nederlandse vrouw heeft een levensverwachting van 83,5 jaar (12e plaats). bron: OESO, 2016 (ook: RIVM). Nota Bene: dit punt gaat over een belangrijk detail, de levensverwachting bij geboorte. De reden dat ik het noem, is om een tegenwicht te geven aan de gekleurde berichtgeving van de beleidsoverheid over de levensverwachting. Zie verder: https://gijsvanloef.nl/2017/09/10/onze-levensverwachting-2-het-rivm-persisteert-in-tendentieuze-berichtgeving/

3e – Sinds de invoering van het systeem van gereguleerde marktwerking in 2006 (Zorgverzekeringswet) is de kwaliteit van de medische zorg in Nederland vanuit (modern) Europees perspectief verslechterd, terwijl de kosten disproportioneel zijn gestegen. bron: https://gijsvanloef.files.wordpress.com/2017/01/vanloef-leijten-esb4745-026-029.pdf Dr. Xander Koolman meent: “Ik vind dit een verdedigbare aanpak voor de beoordeling van de ontwikkeling van de ‘performance’ van de medisch-curatieve zorg.”


4e – Er lijkt geen verband te bestaan tussen de totale zorgkosten als %BNP en de levensverwachting (dit was al bekend).

5e – Moderne Europese landen met een Statutory Health Insurance System (verplicht privaat verzekeringsstelsel) geven meer geld uit aan de zorg dan landen met een National Health Care System (publiek zorgstelsel): Private zorgstelsels zijn duurder dan Publieke Zorgstelsels. bron: OESO, CMWF, 2017.http://www.commonwealthfund.org/~/media/files/publications/fund-report/2017/may/mossialos_intl_profiles_v5.pdf?la=en


Reactie Patrick Jeurissen: “Private zijn inderdaad duurder, maar eigenlijk zou je ook moeten corrigeren voor mate van vergrijzing… (enz.)”

Commentaar: M.b.t. de vergrijzing – Nederland heeft in vergelijking met de dertien andere moderne Europese landen een relatief jonge bevolking. Alleen van de Noren kun je zeggen dat ze minder ouderen hebben. Als we corrigeren voor de vergrijzing dan komt Nederland er (nog) slechter vanaf. Immers, een jonge bevolking heeft minder zorg nodig dan een oude bevolking. Zie de tabel:

M.b.t. het private zorgstelsel met zorgverzekeraars – De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) concludeert in haar advies (2 oktober jl.) Zorgrelatie centraal “dat zorginkoop binnen de Zvw en Wlz niet werkt zoals achter de tekentafel bedacht is. De Raad adviseert om af te stappen van het maken van beleid op basis van de onrealistische aannames en van de verwachting dat door het beleid te optimaliseren, de praktijk alsnog volgens deze logica gaat werken.” En: “Samenvattend, inkoop heeft binnen de medisch-specialistische zorg, de kraamzorg en de intramurale ouderen zorg de kosten op macroniveau niet weten te verminderen. Integendeel, de kosten zijn toegenomen. Binnen de Zvw blijkt er slechts beperkt een relatie te zijn tussen het gedrag van verzekerden en zorggebruikers enerzijds en zorginkoop anderzijds. De driehoek werkt niet.”

 

 

Toelichting: Het beleid is de beleidstheorie van de gereguleerde marktwerking met private zorgverzekeraars als ‘hoeders’ van het zorgaanbod. Dit werkt niet en het heeft geen zin om te proberen om dit alsnog te laten werken, aldus de RVS.

Mijn al eerder geformuleerde conclusie dat het Nederlandse private zorgverzekeringsstelsel ondoelmatig is krijgt dus steeds meer bevestiging vanuit de beleidswetenschap en het overheidsbestuur.

Lees ook: https://joop.bnnvara.nl/opinies/publiek-medisch-zorgstelsel-bespaart-4-miljard-jaarlijks

6e – De bevolking in Zweden (66%), Nederland (54%) en het Verenigd Koninkrijk (53%) is in meerderheid ontevreden over het eigen zorgstelsel en wil fundamentele veranderingen. De bevolking in Duitsland (60%), Noorwegen (59%), Zwitserland (58%) en Frankrijk (54%) is in meerderheid tevreden over het eigen zorgstelsel. bron: CMWF, 2017.

http://www.commonwealthfund.org/~/media/files/publications/fund-report/2017/may/mossialos_intl_profiles_v5.pdf?la=en

RVS maakt gehakt van marktwerking (d.m.v. zorgverzekeraars) in de zorg

Zojuist verschenen op skipr:https://www.skipr.nl/blogs/id3311-de-raad-heeft-de-klok-horen-luiden.html

Begin oktober verscheen het belangwekkende rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving: “ZORGRELATIE CENTRAAL, Partnerschap leidend voor zorginkoop” https://www.raadrvs.nl/uploads/docs/Zorgrelatie_centraal.pdf

Met enkele bijlagen, waaronder: “INKOOPSAFARI – Verkenning van de praktijk van zorginkoop”https://www.raadrvs.nl/uploads/docs/Inkoopsafari.pdf

Mijn commentaar hier beperkt zich tot deze bijlage, die alleszeggend is. Aangezien mijn analyse en visie bekend is, geef ik hier slechts een letterlijke weergave van enkele teksten uit INKOOPSAFARI. Toelichting: De inkoop betreft de contractering door zorgverzekeraars van zorg door zorgverleners, waarmee zij contracten sluiten, de zgn. zorginkoopmarkt (de ‘driehoek’, zie tekst onderaan).

De accentuering in de geciteerde tekst is van mij.

pag. 62 e.v.

5 Zorginkoop als haarlemmerolie voor de organisatie van de zorg?

5.1 Zorginkoop binnen de verschillende wettelijke kaders

Met de komst van de Zorgverzekeringswet (Zvw) is het belang van inkoop als sturingsmechanisme toegenomen. Binnen de Zvw heeft het model van gereguleerde marktwerking (managed competition) een belangrijke plaats. Het model gaat uit van drie interacterende markten: de zorgverzekeringsmarkt, de zorginkoopmarkt en de zorgverleningsmarkt. Op de zorgverzekeringsmarkt concurreren verzekeraars om de gunst van de verzekerde. Dit doen ze mede door op de zorginkoopmarkt doelmatige zorg in te kopen bij  concurrerende zorgaanbieders. Vervolgens kiezen patiënten op de zorgverleningsmarkt voor een zorgverlener. Dit kan zowel een door de zorgverzekeraar gecontracteerde aanbieder zijn als een niet-gecontracteerde aanbieder. De hoogte van de vergoeding van nietgecontracteerde zorg is afhankelijk van de polis die de verzekerde heeft gekozen: een natura-, een restitutie- of een combinatiepolis. Een belangrijke constatering uit de verkenning is dat dit model in de praktijk anders uitwerkt. Verzekerden laten zich niet of heel beperkt door de zorgverzekeraar naar een zorgverlener sturen. Daarnaast kiezen verzekerden hun verzekeraar niet op basis van kwaliteit van zorginkoop, maar vooral op de hoogte van de premie. De vraag is wat dit betekent voor de verwachtingen. Beperkt dit de zorgverzekeraar in de mate waarin hij afspraken kan maken met zorgverleners en leidt dit ertoe dat kwaliteit in elk geval via de inkoop niet bevorderd wordt?

Pag. 64: Tabel: Zorginkoop en -verkoop binnen verschillende wettelijke kaders

Pag. 68

Samenvattend, inkoop heeft binnen de medisch-specialistische zorg, de kraamzorg en de intramurale ouderen zorg de kosten op macroniveau niet weten te verminderen. Integendeel, de kosten zijn toegenomen. Gemeenten lijken de uitgaven aan begeleiding wel binnen een korte periode teruggedrongen te hebben.

Pag. 69

Kortom, zorginkoop heeft geleid tot standaardisering en massa-inkoop met weinig ruimte voor pluriformiteit van de zorgvraag.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.4 Een interveniërende overheid en een driehoek die niet werkt

Met zorginkoop als sturingsmechanisme heeft de rijksoverheid de borging van publieke belangen bij andere partijen belegd: zorgverzekeraar, zorgkantoor en gemeenten. In de praktijk blijkt de overheid het echter lastig te vinden om niet te interveniëren. Zodra de uitgaven harder stijgen dan verwacht (hoofdlijnenakkoord), resultaten tegen lijken te vallen (geboortezorg), er calamiteiten zijn of maatschappelijke onrust ontstaat (bijvoorbeeld bij thuiszorgorganisatie TSN), zien we dat de rijksoverheid maatregelen neemt. Doordat decentrale partijen dit weten, zijn ze terughoudend met investeringen. De rijksoverheid en de landelijke politiek houden daarmee vast aan de maakbaarheid in de totale zorg. De organisatie van de zorg moet via interventies van de minister of de staatssecretaris beïnvloed kunnen worden, terwijl dat niet de gekozen inrichting is. Veel zorginkoop bestaat eigenlijk uit het uitvoeren van beleidsregels van de NZa, het invulling geven aan wensen van de minister of het naleven van bestuurlijke hoofdlijnenakkoorden. Ten slotte betreft een belangrijke bevinding uit de inkoopsafari dat de rol van de inkopende partij – de verzekeraar, het zorgkantoor en de gemeente – niet onomstreden is: de toegevoegde waarde van inkoop door een derde partij wordt betwist. Binnen de Zvw blijkt er slechts beperkt een relatie te zijn tussen het gedrag van verzekerden en zorggebruikers enerzijds en zorginkoop anderzijds. De driehoek werkt niet. Verzekerden kiezen hun verzekeraar niet op basis van de kwaliteit van de zorginkoop, maar vooral op basis van de hoogte van de premie. Patiënten en burgers zijn niet of nauwelijks betrokken bij zorginkoop.

Nb

De literatuurlijst bij de rapporten van de RVS is niet indrukwekkend. Belangrijke recente rappporten ontbreken, evenals relevante publicaties/blogs op mediaplatforms als skipr en zorgvisie (terwijl er wel verwijzing naar is) en er wordt ook naar publicaties van een tamelijk onbekend adviesburo verwezen.