Reacties opiniestuk deVolkskrant ‘Waarom zorg in Nederland juist níét tot de beste hoort’

https://platform.twitter.com/widgets.js
NB Reacties tot twee maanden geleden. Sindsdien druppelen nieuwe reacties binnen van zorgprofessionals (huisartsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners). Iedereen is het erover eens.

Een bloemlezing van alle inhoudelijke reacties (N=176). Laatste reacties bovenaan. Van de in totaal 41 getoonde reacties zijn de namen weggelaten, soms wordt een functie vermeld. Uit veel reacties spreekt boosheid, woede, verdriet, cynisme. Reacties met grof taalgebruik worden niet getoond. Het aantal afwijzende reacties (inhoudelijk oneens, andere mening) bedraagt zegge en schrijve 2. Ze staan bovenaan. 5 Reacties zijn niet te duiden.

Waarderingen d.m.v. emoticons lopen uiteen: instemming (Likes), boosheid, verdriet, ontzetting (vooral Facebook) maar zijn niet geteld, evenmin het aantal ReTweets/ReShares enz.


………………………………………………………………………………………….

Oneens met het opiniestuk (2 van de 176)

“De zorg is prima hier”

“Ben het hier niet helemaal mee eens, zelf 3 operaties gehad knie heup en nog meer, uit stekende artsen en personeel in Isala erg lief. Ik weet wel dat er best veel mis is, maar de goede dingen mogen ook gezegd worden”.

………………………………………………………………………………………….

Eens met het opiniestuk (169 van de 176)

Opinieblog van redacteuren van de Volkskrant: Zie kader. NB Frans Rampen reageerde eerder: Reacties op Nederlandse zorg valt van haar voetstuk in MEDISCH CONTACT

“Met Van Loef ben ik het eens dat het een existentieel vraagstuk betreft.” (een landelijk politicus)

“Ja die marktwering was een fantastisch idee hé? Zorg is al heel heel lang geen zorg meer, het zijn amerikaanse praktijken en het is vooral gevaarlijk.”

“Met instemming las ik vandaag ¨Waarom zorg in Nederland juist níét tot de beste hoort¨. Ennn…wil er graag aan bijdragen dat er systeemveranderingen tot stand komen.”

“De afglijdende schaal van de op winst beluste markt sinds de invoering in 2006.”

“Prima artikel!!”

“De huidige medische zorg is zodanig, dat je 3 maanden van tevoren aan kan vragen of je toestemming krijgt om ziek te worden. De krijgsmacht variant, waarin de vijand wordt gevraagd om 9:30 u. na het oggent koppie leut en tot 16:30 u. aan te vallen en liefst niet in lunchtijd storen.”

“Ik kom uit de gezondheidszorg (nu met pensioen) en ik heb genoeg directie vergaderingen meegemaakt om achter de schermen te kunnen kijken. Het sluiten van bejaardenhuizen , met doel bezuinigen, heeft vreselijk veel geld gekost en het systeem Zorginkoop is een fiasco, een ramp.” (oud werknemer)

“Ja en vooral bedonderen, al die zorgbureaus die iedereen en alles oplichten, iedere week weer een schandaal, zorgmanagers die zeker niet bezig zijn met mensen maar met cijfers, zonder zelf ooit iets te doen. Het wordt een zooitje in Nederland.”

“Op papier is alles heel goed geregeld. Excellente scholen. KHZ gecertificeerde topzorg. Prachtige verhalen in de aanbestedings beschrijvingen. Maar in de praktijk komt er regelmatig niets van. Omdat goede mensen vertrekken uit de zorg en mensen die niet nadenken over waarom ze doen wat ze doen de boel overeind moeten houden. De zorg is duur omdat er niet wordt gekeken naar wat mensen nodig hebben. Zorgen voor de medewerkers kan niet meer, dat geld is al weggegooid door de marktwerking. We kunnen de beste zorg hebben en goede hulpverleners zijn maar we mogen het niet.” (werknemer)

“Ja het is betreurenswaardig, om je kapot te schamen!”

“Ja, het schort nog op veel onderdelen in de zorg. Het goed praten en niets doen is de beste manier om iedereen om de tuin te leiden.”

“Met regelmaat zie en spreek ik mensen die een vrij helder blik op zaken hebben en doorgaans zeggen ze heel bestendige dingen, neem dit artikel en zelfs de reacties…. Maar toch, op de een of ander manier lukt het nauwelijks of niet om door te dringen tot “de harde kern”… Instanties als Nza, VWS…” (een interventie-radioloog)

“Inmiddels zijn er per 1 mei na 11 uur ’s avonds geen consulten meer mogelijk op Huisartsenpost Zeist, patienten moeten naar HAP Utrecht. Gebrek aan triagisten (doktersassistenten). Het lukt de organisatie Primair niet om dit te regelen, waarschijnlijk nemen de huisartsen het heft weer in eigen hand.” (een huisarts)

“Erg goed stuk!” (een ziekenhuisbestuurder)

“Vandaag lees ik in de krant dat ons ziekenhuis, het vroegere Waterlandziekenhuis, weer een aantal functies afstoot. Een duidelijker aanwijzing voor de verdwijning op redelijk korte termijn kunnen ze niet geven. In mijn beleving is het verlenen van goede specialistische zorg op korte afstand belangrijk. Jammer dat de commercie daar anders over denkt.”

“De marktwerking werkt in het voordeel van de paar hogepriesters die haar tot heilig hebben verklaard. Als je ziek wordt, is het gewoon je eigen schuld, tenzij je zelf je behandeling kan betalen.”

“Wanneer beseffen Nederlanders weer dat individualisering niet heilig is? Om te winnen heb je een teamgeest nodig. Kijk maar naar het voetbal. En je moet het elkaar gunnen, dat is net zo belangrijk.”

“Uw artikel trof me op twee niveaus in mijn hart en in mijn verstand. Ik ben 71 jaar, heb sedert dit jaar mijn praktijk als mentor, bewindvoerder en curator beëindigd, heb nog een paar cliënten om hun belangen te behartigen. En heb daardoor veel te maken gehad met de zaken die u beschrijft.”

“Met interesse en ja ja knikkend las ik uw korte artikel in de Volkskrant vandaag (…) Nederland is een verzekeringenland, alles via de overheid, en de zorg? mogen we het nog zo noemen, een lachertje als het niet zo ernstig was. Gerund door de farmaceutische industrie, artsen die maar voorschrijven en het ook nog eens verkeerd doen oprecht of niet – waarna je misschien een statistiekje wordt, jammer, overleden maar we hebben ons best gedaan. En als je toch weer opknapt wat moet je dan. Naar de apotheker die zegt u hebt teveel gekregen en u had het sowieso niet moeten hebben… Mijn oudere zus die pas te horen kreeg, mevrouw u moet van die pillen af die hebt u 25 jaar te lang geslikt en ze helpen niet eens. Mijn andere zus die ook gruwelijke bijwerkingen kreeg en krijgt dus nu voor nog meer dingen behandeld moet worden. De verhalen gaan door en door, de politiek kan de farmaceutische groep niet aan, ze zijn veeeel te groot en hebben veeeel te veel macht. Hoogervorst heeft ons land beduveld, belazerd, dat wist ik toen al en schreef de politiek aan, ga het niet veranderen naar Amerikaanse toestanden!”

“Chapeau! Voor het stuk in volkskrant. Ik ben het hardgrondig eens en wil wat aanvullingen geven, die wellicht interessant kunnen zijn. Ik ben 40 jaar werkzaam geweest als anesthesioloog, wereldwijd, de beste ziekenhuizen waar ik gewerkt heb zijn Presbyterian Pittsburg USA en King Faisal SA. Daar kan NL echt niet aan tippen. Als waarnemer ken ik 50% van de ziekenhuizen in NL, inclusief 4 academische ziekenhuizen. Ik erger mij al 20 jaar enorm.” (een anesthesioloog)

“Ik las met instemming uw opinieartikel in de Volkskrant van gisteren. Met name de zin over commerciële zorgbedrijfjes, die de patiënt benaderen als wezen waaraan gesleuteld en verdiend kan worden (…) Ik ben geen activist, maar ervaar wel de door u gesignaleerde schizofrenie van het marktdenken in een sector, waar die markt niets te zoeken heeft.”

“Complimenten voor dit stuk. Ongeacht wat de kop erboven zal zijn is het frappez toujours kennelijk noodzakelijk om beweging te krijgen in dit logge bolwerk, …als dit al lukt! Hoe belangrijk blijft het om bij de feiten te blijven.” (een pharmaceut)

“Proficiat met de publicatie in De Volkskrant. Helder verhaal, compact en to the point.” (een accountant)

“Prima stuk. Helaas is zo’n stuk te kort om je stelling over de kwaliteit van de zorg te onderbouwen, maar minstens zo belangrijk vind ik hoe je de marktwerking in de zorg genadeloos fileert!” (een toezichthouder in de zorg)

“Mooi stuk, compliment. Vraagstuk tot de kern teruggebracht.” (een huisarts)

“Een heel goed stuk vind. Top!” (een adviseur in de zorg)

“Niet te geloven: een deskundige die het nadenken niet is verleerd aan het woord.”

“De argumenten voor marktwerking in de zorg waren vooral meer efficiëntie en kostenbeheersing. Dat is prima gelukt. Inefficiëntie en kostenoverschrijding zijn van de overheid naar de burger overgeheveld.”

“‘k Ben meer dan 40 jaar werkzaam geweest in de zorg. De ontwikkeling zoals beschreven ook vanaf dag 1 voorzien. De zorg leent zich niet voor marktdenken. Het verdienmodel wordt ook steeds verfijnder en ondoorzichtiger. Zorginstellingen mogen geen winst uitkeren maar met bedrijven die aan de zorg leveren wordt dit gegeven omzeild. Zorginstellingen geven steeds meer indirecte en facilitaire zorg uit handen aan bedrijven. Ik betwijfel of efficiencyvoordelen waar men dan van spreekt het wint van geïntegreerde zorgverlening.”

“Ik denk dat Van Loef hier haarscherp en zuiver beschrijft voor welke beslissingen we staan op het terrein van de gezondheidszorg.”

“Prachtig en waar betoog!!” (een psycholoog)

“Zeer interessant artikel, ik ga het zeker delen op onze social media.”

“Hear, hear!” (een huisarts)

“Gedeeld op Facebook en LinkedIn. Wat ik lees is, dat de overheid de burgers en de volksvertegenwoordiging misleid heeft door bewust een gunstigere weergave van de feiten te geven. Dit vraagt om een diepgaand onderzoek door de 2de Kamer. Met name naar het belang dat de overheid had tot het verkeerd weergeven van de feiten.”

“Ieder jaar betaal je meer voor minder zorg. Ze komen altijd geld tekort, maar als bonussen en oprot premies uitgekeerd moeten worden, dan is er wel geld genoeg. 1000 euro per nacht in het ziekenhuis, en dan lig je met 4 mensen op een kamer. Dat zijn niet eens de zorg kosten maar een simpele overnachting, de zorg kosten en apparatuur die worden dan weer apart berekend. Voor een pleister word al snel 30-40 euro gedeclareerd, terwijl een doosje pleisters bij de de kruitvat voor 2 euro kunt halen.”

“Wat was er zo verkeerd aan het oude Ziekenfonds? Dat werkte volgens mij veel beter. Not for profit organisatie is wat de zorg zou moeten zijn.”

“Juist! Dat is het. Dat is precies wat er mis is. Heel goed.” (reactie op de fundamentele ontwerpfouten)

“Vrije marktwerking is macht aan bedrijfjes. Bedrijfjes maken winst. Winst gaat om het zo goedkoop mogelijk leveren van een product. Mensen met een zorgvraag vragen om een product; zorg. Bedrijf wil winst maken; bespaart op product. Privatisering van zorg werkt niet. Iedere idioot kon uitrekenen wat er zou gebeuren. Heb het van dichtbij meegemaakt en woon tegenwoordig in Zweden waar het meerendeel vd zorg (nog) wel in handen vd overheid is. Is beter. Eigen risico van €90; meer niet. Voor iedereen toegankelijk en betaal er graag belasting voor. De Nederlandse zorg is over 20 jaar net zo idioot als de Amerikaanse vandaag.”

“Mijn moeder heeft in een verzorgingshuis zowel in Nederland als in Duitsland gewoond (om dichter bij de familie te zijn) en wat mij opviel is dat de kosten voor verblijf per maand in Duitsland bijna de helft was terwijl de kwaliteit evengoed en op sommige vlakken zelfs beter was. Ik heb dit nooit begrepen, vooral omdat het verplegend personeel evengoed niet echt veel verdient…”

Opinie in de Volkskrant
Joop De gezondheidszorg staat voor een existentieel vraagstuk
Volledige tekst Gezondheidszorg staat voor Existentieel vraagstuk

Waarom zorg in Nederland juist níét tot de beste hoort (volledige tekst)

Lees dit, beleidsbepalers, Alsjeblieft. En doe er iets mee. Maak de zorg weer gezond!, VPHuisartsen

Gijs van Loef vat de gevolgen van het systeem nog eens puntig samen, aldus Jaap van den Heuvel, Bestuursvoorzitter Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk

Reacties lezers: Reactie opiniestuk

Waarom zorg in Nederland juist níét tot de beste hoort

 

2 mei 2019 – De tekst in de krant is fors ingekort (van 750 naar 450 woorden) en geeft de essentie goed weer. Lees hier de volledige tekstversie.

 

Gezondheidszorg staat voor een Existentieel vraagstuk

(Publiek of Privaat)

De Rijksoverheid heeft de afgelopen jaren bewust een te positief beeld geschetst van de medische gezondheidszorg. “Onze zorg behoort tot de beste van Europa” staat in het Regeerakkoord. Op basis van zelfstandig onderzoek, gevalideerd door deskundigen, heb ik vastgesteld dat de kwaliteit van de medische zorg in vergelijking met andere moderne Europese landen sinds 2006 geleidelijk aan terrein verliest.[1] Dit is opmerkelijk. Want waarom werd dit onderzoek niet gedaan door een van de kennisinstituten (SCP, CPB, Zorginstituut, WRR, Universiteiten)?

Het medisch zorgstelsel van gereguleerde marktwerking is niet goed doordacht. Er zijn twee fundamentele ontwerpfouten gemaakt. Ten eerste: Een patiënt, die wettelijk verplicht is te betalen voor zijn zorgbehoefte, is geen consument van zorg maar heeft recht op goede zorgverlening op basis van indicatiestelling door een gediplomeerde zorgverlener. Deze moreel-ethische dimensie van de zorg is uit het oog verloren. Ten tweede: Landelijke regie van het zorgaanbod, een planning van zorgvoorzieningen op landelijke schaal, is onmogelijk in een stelsel van concurrerende zorgverzekeraars. Dat zorgverzekeraars (overwegend) regionale monopolisten zijn doet hier niets aan af. Beide ontwerpfouten zijn terug te voeren op het probleem dat over de verhouding tussen het publieke en het private niet goed is nagedacht bij de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006.

De schizofrenie van het marktgedreven zorgstelsel laat zich ook op een andere manier typeren. De filosofie van marktwerking vraagt om inherent tegengesteld gedrag van de betrokkenen in de zorgverlening. Commerciële belangen en concurrentie moeten samengaan met vertrouwen en samenwerking. Wat de zorgeconomen ook beweren, deze tegenstelling – in menselijk gedrag en in het stelselontwerp – tart de logica. Het gaat namelijk in dit geval niet om een vorm van publiek-private samenwerking zoals we dat uit de praktijk en de leerboeken kennen.

Het marktdenken in de zorg leidt tot afsplitsing van zorgbedrijfjes die de patiënt niet als een mens maar als een gefragmenteerd wezen benaderen waaraan gesleuteld en verdiend kan worden. In de fragmentatie van lichaam en geest tot kleine diagnosebehandelbrokjes zitten de verdienmodellen. Profijtelijk zijn de klinieken voor electieve ingrepen (knie-, heup- en staaroperaties), maar voor de acute zorg, de complexe zorg en de chronische zorg die gezamenlijk veruit het grootste deel van de medische zorg vormen werkt het marktmechanisme niet, of zijn er kostbare gevolgen waar overheidssturing nodig is. Zoals nu weer bij het ziekenhuis in Boxmeer. Daar waar de mens zich niet laat opsplitsen zien we de meest schrijnende gevolgen van het marktdenken: in de specialistische GGZ en de jeugdzorg (een gemeentelijke taak). Hoe meer fragmentatie, hoe meer regels. Immers, patiëntveiligheid en zorgkwaliteit zijn absolute vereisten die altijd moeten worden geborgd. En ook dat geeft verdienmodellen. Maar wat is nu de essentie?

De versplintering van het zorgaanbod leidt tot complexere regelgeving met een toename van verantwoording, toezicht en dus: bureaucratie. Het leidt tot torenhoge indirecte kosten, een zeer verfijnd systeem van checks en balances ergo een complexe hybride zorgmachinerie die nooit af kan zijn, waardoor steeds minder geld beschikbaar is voor de zorg. OntRegelDeZorg? Nieuwe regels vervangen de geschrapte.  Value Based Health Care? Waarom niet gewoon de patiënt vragen of hij/zij tevreden is? Hoe doelmatig is een systeem van 24 zorgverzekeraars met 55 polissen basisverzekering die allemaal hetzelfde zorgpakket aanbieden? Management staat centraal in het marktgedreven zorgstelsel in plaats van uitvoering. Is er wellicht een verband met het feit dat de zorg steeds minder aantrekkelijk wordt gevonden om in te werken en het toenemend gebrek aan gekwalificeerde zorgverleners (verpleegkundigen, triagisten, huisartsen, ouderengeneeskundigen e.a.)?

Er zijn teveel private krachten en er is te weinig publieke sturing in het zorgstelsel. Publiek is ondergeschikt gemaakt aan privaat, het moet juist andersom! Dit inzicht begint door te breken. Toen ik Kim Putters, directeur van het SCP en hoogleraar aan de Rotterdamse school waar het ‘zorg is business’-adagium gehuldigd wordt, hiermee in het openbaar confronteerde gaf hij volmondig toe dat deze analyse klopt (NZF-cafe d.d. 14/3/2019).

De gezondheidszorg staat voor een existentiële keuze. Een keuze die direct samenhangt met de vraag of de overheid de regie terugneemt en binnen publieke randvoorwaarden private zorgverlening en zinvolle innovaties faciliteert, of de omgekeerde situatie, waarbij private partijen de dienst blijven uitmaken en de publieke taak beperkt wordt tot het corrigeren van de collateral damage van echte marktwerking.

In het eerste geval kunnen we terugkeren naar de menselijke maat en staat de patiënt weer centraal, in het andere geval wordt de patiënt een dataverzameling, de zorgverlener een data-analist, krijgt Big Tech het voor het zeggen en zoekt iedereen het in het oerwoud van regels verder zelf maar uit.

voetnoot 1 Zelfstandig onderzoek van data OECD-Health at a Glance 2007, 2009, 2011, 2013, 2015, 2017. Gepubliceerd in  Economisch Statistische Berichten. 2017;1 ‘Zorgstelsel op basis van samenwerking stelt patiënt centraal’.

Verschenen in:

deVolkskrant Waarom zorg in Nederland juist niet tot de beste behoort

Joop De gezondheidszorg staat voor een existentieel vraagstuk
1600+ Lezers

Business Insider Het Nederlands zorgsysteem deelt de patient op in stukjes 1750+ Lezers

Het Existentieel vraagstuk in schema – Publieke sturing of Privatisering (en publieke noodverbanden blijven aanleggen)?

 

 

Een publiek medisch zorgstelsel bespaart 4 miljard jaarlijks

Medici Cobie Groenendijk, Armand Girbes, Lewi Vogelpoel, Herman Suichies en Gijs van Loef over de voordelen van publieke gezondheidszorg

Lees op Joop.nl: http://www.joop.nl/opinies/publiek-medisch-zorgstelsel-bespaart-4-miljard-jaarlijks 

Het CPB heeft zijn voorwerk gedaan, de laatste ronde voor de verkiezingen is ingegaan. Het CPB becijfert de transitiekosten van een publiek zorgstelsel op 800 miljoen per jaar voor een aantal jaren, maar laat zich met het oordeel ‘neutraal’ niet uit over de merites van een publiek zorgstelsel als het Nationaal Zorgfonds.

Een meerderheid van de Nederlanders (57%) wil dat de overheid de zorg weer gaat regelen,[1] hetgeen het einde betekent van het private zorgverzekeringsstelsel. Ook ‘rechtse’ stemmers hebben genoeg van de marktwerking. De politieke partijen bewegen mee, de meesten willen de marktwerking in de zorg terugdringen en het eigen risico omlaag. Het CPB becijfert deze kosten.

De belofte van het zorgverzekeringsstelsel in 2006 was dat de kwaliteit omhoog zou gaan en de kosten omlaag. Beide doelstellingen zijn niet gehaald. De kwaliteit is in verhouding tot andere moderne Europese landen gedaald.[2] De kosten stegen de eerste jaren zo hard dat Rutte-II moest ingrijpen met een bestuurlijk akkoord, een meerjarig budgetplatfond. De Algemene Rekenkamer constateerde onlangs dat geen zinnig woord gezegd kan worden over de doelmatigheid van deze uitgaven van 46 miljard.[3][4]

En daar komt nog bij de enorme toename van de bureaucratie.[5] [6]Zorgverzekeraars, bestuurders, managers en hordes van regelgevende en controlerende instanties dicteren in toenemende mate hoe artsen en verpleegkundigen moeten werken. Omdat deze niet-medische geschoolden de inhoud van het medische vak onvoldoende kennen en er daarnaast sprake is van gestold wantrouwen is het aantal regels, verplichte checklists, protocollen, indicatoren tot enorme proporties gegroeid. De wetenschappelijke verenigingen van artsen hebben hier vreemd genoeg aan meegewerkt. Het ziekteverzuim in de zorg is inmiddels het grootst van alle bedrijfstakken. Er zijn grote (opleidings-) tekorten aan medisch geschoold personeel. De samenleving vraagt terecht aan dokters en verpleegkundigen dat zij verantwoording afleggen en daar hoort ook toezicht bij. Maar de verhouding tussen waar het om gaat, het primair proces van zorgverlening en de randzaken eromheen is volledig zoek geraakt.

Het zorgstelsel is een van de duurste in Europa, de medische kwaliteit is behoorlijk, maar niet een van de beste. De prijs/kwaliteit verhouding valt tegen. Door de enorme werkdruk haken zorgverleners gedesillusioneerd af. Dit alles komt omdat het huidige stelsel omzet in plaats van zorgkwaliteit beloont. Het gaat uit van verkeerde principes, een patiënt is geen zorgconsument en een arts is geen administrateur. Een stelsel dat de samenwerking tussen professionals bevordert en de patiënt centraal stelt, met vrije artsenkeuze, is nodig.

Het huidige zorgstelsel mist een centrale regisseur, de planning van het gewenste integrale zorgaanbod is niet goed geregeld. De gezondheidszorg is publiek domein, ze wordt gefinancierd uit publieke middelen en is er voor de gehele bevolking. Private activiteiten behoren op basis van heldere afspraken en regels bij te dragen aan de totale zorg, inclusief innovatie en ontwikkeling. Academische ziekenhuizen hebben een publieke verantwoordelijkheid. Het publieke belang moet bovengeschikt zijn, het private belang ondergeschikt. Nu is het andersom.

Een publiek zorgstelsel moet de rol van zorgregisseur op zich nemen. Samenwerking tussen zorgprofessionals in het belang van de (potentiële) patiënt moet het uitgangspunt zijn, niet omzet of productie. Er zullen dus ook andere bekostigingsstructuren moeten komen. De publieke zorgregisseur geeft een adaptief stelsel vorm dat optimaal is ingericht op het continuüm van nulde lijn, huisarts tot en met topklinische, specialistische zorg en dat op technologische ontwikkelingen inspeelt maar daar wel (ethische) voorwaarden aan stelt. Er wordt niet meer afgerekend in DOT’s, er zijn reële budgetten en zorginhoudelijke afspraken. In de bureaucratie wordt diep het mes gezet.

De politiek bepaalt het macrobudget voor de zorg en welke zaken vergoed worden vanuit het basispakket, op basis van advies van het Zorginstituut en andere wetenschappelijke adviesorganen. Zij adviseren ook over gewenste innovaties (medicijnen, technieken), de financiering en borging daarvan binnen het publieke domein. Binnen het landelijke totaalbeeld vullen regionale fondsen met een bestuurlijke vertegenwoordiging van zorgverleners en patiënten de zorgbehoefte nader in.

De kosten van een publiek zorgstelsel zullen substantieel lager zijn dan het huidige en de zorgkwaliteit zal hoger zijn wanneer de miljardenbesparing op de overhead (bureaucratie) wordt ingezet voor kwaliteitsverbetering en werkvreugde in de zorg zelf. De potentiele besparing op de overhead is op ruim 2 miljard becijferd, maar kan nog veel hoger zijn.[7] Doordat samenwerking tussen zorgprofessionals niet meer de heimelijke ballast van marktwerking en ongewenste omzetprikkels kent zullen ook de werkprocessen in de zorg efficiënter en beter worden: 1 miljard (3% efficiency verbetering, een bescheiden schatting). De kosten van het zorgverzekeraarssysteem bedragen thans 1,5 miljard. De totale kosten van een publiek zorgstelsel met een landelijke zorgregisseur en regionale uitvoeringsfondsen moet taakstellend veel lager zijn, wij denken aan een half miljard minder.[8]

De conclusie is dat een publiek zorgstelsel het zorgverzekeringsstelsel kan vervangen met een besparing van zeker zo’n 4 miljard op jaarbasis en een betere kwaliteit voor patiënt èn zorgverlener. Zo’n zorgstelsel is ook meer toekomstbestendig, gefundeerd op solidariteit en blijvend toegankelijk voor alle Nederlanders.

[1] Maurice de Hond, 2016; Ipsos, 2017.

[2] OECD Health at a Glance, 2007 > 2016

[3] Algemene Rekenkamer, 2016.

[4] Zie verder: ESB, 1/2017.

[5] De Groene Amsterdammer, 49/2016.

[6] HealthManagement.org The Journal, 2016;4:304-307 https://iii.hm/5ev

[7] De overhead in de curatieve sector is 20% (9 miljard), in de deelsector GGZ bedraagt de overhead zelfs 30%.

[8] Aansluiting op 25 GGD-regio’s ligt voor de hand, is bestuurlijk doelmatig en kwalitatief sterk.

De 10 randvoorwaarden van gereguleerde marktwerking in de gezondheidszorg: beoordeling

5 juli 2016 – Verzoek aan het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg om te reageren

Het nederlandse zorgstelsel dat gebaseerd is op gereguleerde marktwerking en dat nu 10 jaar bestaat is uniek in de wereld (Zorgverzekeringswet). Om goed te kunnen functioneren moet voldaan worden aan tien randvoorwaarden, deze zijn opgesteld door het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit. Ze zijn het fundament van het stelsel van de verzekerbare gezondheidszorg. In hoeverre wordt nu voldaan aan deze randvoorwaarden van gereguleerde marktwerking? Een poging om tot een objectieve beoordeling te komen. Bij nader inzien is de conclusie minder positief dan hij was op skipr : de eindscore is een 4.6. Er wordt zonder meer niet voldaan aan de randvoorwaarden van gereguleerde marktwerking.

1e randvoorwaarde: Risicosolidariteit zonder risicoselectie – Dit wordt mogelijk gemaakt door het systeem van risicoverevening. Jaarlijks wordt vooraf 22 miljard verdeeld onder de zorgverzekeraars ter compensatie van ongelijke risicogroepen-klanten. Dit systeem zou moeten worden afgebouwd, idealiter naar nul, vanuit het uitgangspunt dat onverzekerbare zorg een overheidstaak blijft obv. de Wet op de Langdurige Zorg. Maar afbouw van de risicosolidariteit gaat niet, het leidt tot risicoselectie door zorgverzekeraars, kwetsbare groepen vallen dan uit de boot. Conclusie: Zonder het systeem van risicovervening is risicosolidariteit niet mogelijk. 2 Punten (van max. 5)

2e randvoorwaarde: Een transparant zorg- en polisaanbod / goede consumenteninformatie – Er zijn budget-, natura en restitutiepolissen en aanvullende polissen. De Consumentenbond spreekt van een polisjungle en telt 1400 combinaties. Transparant? Er zijn digitale vergelijkingssites. Mensen kunnen gemakkelijk de ‘goedkoopste polis’ kiezen, maar het is de vraag of men het allemaal kan overzien. De werkelijke kosten (tarieven) van de concrete, individuele zorgverlening zijn volstrekt niet transparant. Conclusie: Er is geen transparantie voor de patiënt/zorgverzekerde. 1 Punt.

 

3e randvoorwaarde: Doelmatigheidsprikkels voor alle drie actoren (zorgvrager, zorgverlener, zorgverzekeraar) – Moeilijk. De risicoverevening is als macro-instrument geen doelmatigheidsprikkel voor zorgverzekeraars. Bij onderhandelingen tussen zorgverzekeraars en zorgverleners is er een neerwaartse druk op budgetten, dat is een doelmatigheidsprikkel. Maar individuele zorgverleners worden betaald op basis van behandelingen, productievolume wordt beloond, dit is geen doelmatigheidsprikkel. Zorgverleners worden niet betaald voor de behaalde gezondheidswinst van de patiënt/zorgvrager, daar waar het uiteindelijk om gaat. En dan die zorgvrager zelf. Omdat er steeds nieuwe behandelingen, technieken en medicijnen beschikbaar komen is zijn zorgvraag in beginsel onbegrensd. Maar de eigen bijdrage is een prikkel tot doelmatigheid. Conclusie: Alle drie actoren worden slechts gedeeltelijk geprikkeld om doelmatig te handelen, daarnaast zijn er prikkels die tegengesteld werken. 2 Punten.

4e randvoorwaarde: Keuzevrijheid voor verzekerden – Als er geen transparantie is kan men de konsekwenties van eenmaal gemaakte keuzes vaak niet overzien. De keuzevrijheid is gemankeerd. Hooguit 4 punten.

5e randvoorwaarde: Betwistbare markten – Bestaande zorgaanbieders, zoals ziekenhuizen, medisch specialistische bedrijven en gespecialiseerde behandelcentra mogen geen zodanige machtspositie krijgen dat toetreding van nieuwe aanbieders belemmerd wordt. Nieuwe aanbieders brengen immers innovatie. Maar toetreding kan moeilijk zijn. Omdat zorgkwaliteit altijd de norm is, is er een natuurlijke dynamiek van afstemming en vormgeving van organisatorische verbanden door belangen- en koepelorganisaties. Het toelating-regulerend systeem is een bestuurlijk besluitvormend systeem, nieuwe toetreders moeten aan de bestuurlijke tafel zitten, dan wel vertegenwoordigd zijn. Conclusie: Betwistbaarheid van markten is er in enige mate. 3 Punten.

6e randvoorwaarde: Contracteervrijheid – Verzekeraars moeten de vrijheid hebben om zorgaanbieders te weigeren en geen contract aan te bieden. Dit is een actueel vraagstuk in de zorginkoopmarkt dat doorwerkt in de zorgverzekeringsmarkt. Conclusie: De contracteervrijheid is gedeeltelijk geregeld. 3 Punten.

7e randvoorwaarde: Een effectief mededingingsbeleid – Er moet eerlijke, gezonde concurrentie tussen partijen zijn, er mogen geen machtsposities ontstaan door fusies, of samenwerking die tot kartels leidt die niet de kwaliteit van de zorg verbeteren. Er is een scheidsrechter nodig. Zie ook de 5e randvoorwaarde. Maar er zijn meerdere scheidsrechters met verschillende opvattingen en normen (NZa, ACM en het Zorginstituut), de spelregels zijn daardoor onduidelijk en niet stabiel. Conclusie: Het mededingingsbeleid werkt niet naar behoren. 2 Punten.

8e randvoorwaarde: Geen liftersgedrag – Liftersgedrag, free riding, ondergraaft de solidariteit. Iedereen moet verplicht verzekerd zijn, zodat iedereen ook meebetaalt aan de kosten van de zorg. Er zijn ruim 300.000 onverzekerden die niet meebetalen. Daarnaast zijn er collectiviteiten die iets minder voor haar leden betalen dan individuele polishouders. Conclusie: Liftersgedrag is moeilijk te bestrijden. 2 Punten.

9e randvoorwaarde: Effectief toezicht op minimumkwaliteit van de zorg -Het bewaken van een goede zorgkwaliteit is de taak van de Inspectie van de gezondheidszorg. Er is een zeer sterke toename van het aantal klachten sinds 2004, een verdriedubbeling (van 3000 naar een kleine 10.000). De inspectie kan het werk niet aan. Op 30 mei jl. meldde het RTL-nieuws dat 60% van de sterfgevallen door ziekenhuizen niet wordt gemeld bij de Inspectie. Er zijn minstens 40 zwijgcontracten. Er is onvoldoende toezicht op de kwaliteit van de zorg. 1 Punt.IGZ 25052016

10e randvoorwaarde: Gegarandeerde toegang tot basiszorg – De toegankelijkheid van de basiszorg staat onder druk in de krimpregio’s. In de perifere delen van het land worden normen voor de spoedeisende hulp niet gehaald. 3 punten.

In eerste instantie had ik ruimhartig gerekend en kwam ik op een score van 27 punten op maximaal 50, een 5.4 (op 100). Geen voldoende. Maar de score is lager: 23 punten op 50, een 4.6. Dit is zonder meer een onvoldoende. Het roept de vraag op of het überhaupt voorstelbaar is dat er ooit voldaan kan worden aan de randvoorwaarden van gereguleerde marktwerking in de gezondheidszorg. Ik laat het oordeel aan u, lezer.

U kunt ook op skipr reageren: De tien randvoorwaarden van gereguleerde marktwerking

Een verkorte versie verscheen op Z24 : Dit zijn de grootste knelpunten in de zorg

Op 15 juni verscheen deze blog met de herziene beoordeling (een eindscore van 4.6) ook op Joop: http://ww.joop.nl/opinies/waarom-de-nederlandse-gezondheidszorg-een-dikke-onvoldoende-krijgt

 

dscn2595k

dscn2596k  dscn2597k

 

 

 

Over marktwerking in het publieke domein, zie ook de Gooi en Eemlander van 16 augustus 2013: ‘Marktwerking bij de overheid puinhoop’ 20130816-GHI-MULTITABLOID-GHI208—HDC-1-171059_109707006

Staatstoezicht op de Mijnen?

Het falen van de oudste toezichthouder van Nederland, Staatstoezicht op de Mijnen, legt de vinger op een structureel probleem: het overheidstoezicht op het naleven van de regels in marktsectoren schiet tekort. We hebben de afgelopen jaren veel voorbeelden van falend overheidstoezicht gezien: in de financiele sectoren, in de woningcorporatiesector, in de sector van het hoger onderwijs, bij de petrochemie (Chemiepack), bij de NZA (interne problemen), in de vleeshandel (paardenvlees).

Maar het volledig verzaken van de toezichtrol door Staatstoezicht op de Mijnen slaat alles. De Mijnwet van 1810 is de oudste Nederlandse wet. Het Staatstoezicht op de Mijnen werd in hetzelfde jaar opgericht. Staatstoezicht op de Mijnen houdt onafhankelijk toezicht op de mijnbouw en het transport van gas, zodanig dat het op een maatschappelijk verantwoorde wijze wordt uitgevoerd.

Enkele feiten: In 1972 blijkt uit onderzoek van de NAM dat Groningen tot maximaal 1 meter verzakt in 2050 (de Volkskrant, 18 feb.). In december 1986 is er een aardbeving met de kracht van 3.0 (schaal van Richter) in Assen. Sindsdien zijn er 1000 aardbevingen in het noorden geregistreerd.

In 2002 werd de stokoude wetgeving vernieuwd en gebundeld in de nieuwe Mijnbouwwet en het Mijnbouwbesluit met uitvoeringsbepalingen. De nieuwe mijnbouwwet verplicht de concessiehouder een winningsplan op te stellen met een kaart van de te verwachten bodemdaling en deze bodembeweging ook te meten, op een zorgvuldige en betrouwbare wijze en hierover te rapporteren. Het Staatstoezicht op de Mijnen heeft als toezichthouder de taak ervoor te zorgen dat dit ook gebeurd.

Zes jaar later, in 2008, stelt de Technische commissie bodembeweging (adviesorgaan van de minister van EZ, art. 35 Mijnbouwwet) dat er ‘Betere meetnetten voor bodemdaling nodig zijn’.

Het Staatstoezicht op de Mijnen stelt in het Jaarverslag 2009 vast dat (citaat) ‘de veiligheid van de delfstofwinning in Nederland op een hoog niveau ligt. De hoge veiligheidsstandaard is te danken aan een goede risicobeheersing. De oliemaatschappijen hebben voor al hun activiteiten de risico’s in kaart gebracht en maatregelen genomen om die risico’s in te dammen. Daarbij werken ze volgens het principe van continue verbetering. Voortdurend kijken ze of een bepaald proces nog veiliger kan worden ingericht. Staatstoezicht op de Mijnen inspecteert of de oliemaatschappijen hun zorgsystemen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu goed op orde hebben. Die inspectie vindt zowel op afstand als op locatie plaats.’

In het Jaarverslag 2011 spreekt het Staatstoezicht op de Mijnen van (citaat) ‘de hoge veiligheidsstandaard in de delfstoffenindustrie. Er zijn geen dodelijke ongevallen.’  De Inspecteur-Generaal der Mijnen zegt daarbij dat hij het als toezichthouder op de gaswinning (citaat) ‘de moeite waard vind om de achtergrond van de concentratie van aardbevingen serieus te laten onderzoeken’.

In 2013 stelt de Inspecteur-Generaal naar aanleiding van de zware Huizinge beving van 2012 dat het onderzoek naar de toedracht (citaat) ‘uiteraard in eerste instantie de verantwoordelijkheid van oliemaatschappijen zelf is. Daar hebben wij ook constant bij hen op aangedrongen. Maar toen dat uitbleef hebben wij het zelf opgepakt.’

Dus tien jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe Mijnbouwwet (en meer dan 40 jaar na het NAM-rapport) begon het Staatstoezicht op de Mijnen ten langen leste met de uitvoering van haar primaire taak: toezicht en handhaving van de regels met betrekking tot de gaswinning.

Kiezen tussen overheid en markt - Gijs van Loef

Tot zover deze column.

Twee jaar geleden heb ik een boek geschreven over marktwerking in het publieke domein, waarvan dit een treffend voorbeeld is. In dit boek, ‘Kiezen tussen overheid en markt’, maak ik onderscheid tussen vier principes van overheidshandelen, vier soorten publieke waarden, die door de overheid gewaarborgd moeten worden. Alle technische infrastructuren die het algemeen maatschappelijk belang dienen, zoals energiesystemen waaronder de gaswinning in de Nederlandse bodem, moeten voldoen aan de eisen van collectieve veiligheid en zekerheid. Dat wil zeggen dat deze systemen operationeel veilig moeten zijn, de volksgezondheid mag niet bedreigd worden en operationeel gegarandeerd, de systemen mogen niet haperen of uitvallen. Ik noem dit het principe van ‘collectieve veiligheid en zekerheid’ van technische infrastructuren met een algemene maatschappelijke functie (zoals de drinkwater- en energievoorziening, het openbaar vervoer, essentiele communicatienetwerken).

Bij de gaswinning in Groningse bodem heeft de rijksoverheid dit principe consequent verloochend: het ging alleen om de zekerheid van de gaswinning, veiligheid speelde geen enkele rol, met uitzondering van de veiligheid van de mensen die direct bij de uitvoering van de gaswinning zelf betrokken zijn.

Column staat ook op:
http://www.z24.nl/columnisten/gijs-van-loef-zwak-toezicht-gaswinning-groningen-exemplarisch-voor-falen-overheid-540161

column op Joop.nl

Kabinet snijdt en bezuinigt, maar overheid wordt niet goedkoper

De politiek is de baas van de overheid. Het was vroeger overzichtelijk: De overheid moet kleiner, vond de VVD en ze vindt het nog steeds. De overheid moet groter, vond de PvdA. De overheid moet anders, vond het CDA. En de overheid moet democratischer, vond D66.

De overheid moet kleiner en moet minder geld kosten is de inzet van de VVD in dit kabinet. Wat de PvdA vindt, dat is gissen. Het kabinetsbeleid is duidelijk. Wat is de sociaaldemocratische visie op de overheid? Wat zien we daarvan terug in het kabinetsbeleid? Het zijn – voor iedereen – onbeantwoorde vragen.

Het CDA wil de overheid nog steeds anders, met dat zelfbesturend maatschappelijk middenveld en zo. Wat vindt D66 eigenlijk, de partij van de bestuurlijke vernieuwing? Het lijkt erop dat D66 vindt dat het met de overheid wel de goede kant opgaat. Je gedoogt tenslotte.

Het kabinet vindt dat de overheid kleiner moet, dat ze geen geluksmachine is en handelt daar ook naar.

Hoe wordt de overheid kleiner?

De overheid bezuinigt en decentraliseert taken naar gemeenten. Daar is te weinig tijd voor, maar toch doet ze het. Er vallen wel ontslagen in de uitvoering. Maar de winst moet uiteraard komen uit minder landelijke bureaucratie, … gebeurt dat ook?

De overheid privatiseert omdat ze denkt dat taken met een publiek tintje beter door de markt kunnen worden gedaan. Dit is goedkoper is de gedachte, door de kracht van concurrentie. Die privatiseringen zijn inmiddels grotendeels gerealiseerd. Er zijn natuurlijk wel hier en daar wat ontslagen geweest, waar gehakt wordt vallen immers spaanders.

Maar is het nu allemaal goedkoper geworden – voor de burger (kiezer, consument)? Ik denk aan die ICT, de Fyra, de volkshuisvesting en kom met spijt tot de conclusie: Nee, dat niet, het wordt eerder duurder.

De zorg (ook overheid) wordt ook alleen maar duurder, maar daar heeft de politiek vanaf 2005 ook marktwerking op losgelaten. De kosten zijn sindsdien weliswaar blijven stijgen, maar nu wordt het toch echt nog maar een beetje meer. Om er nog een miljardje (1% van de kosten) extra uit te persen wordt geen machtsmiddel onbeproefd gelaten. Dat doen we desnoods zonder het staatsrecht, vind het kabinet.

Ik maak de balans op. De overheid wordt niet kleiner en ook niet goedkoper, zoveel is zeker. De VVD scoort alleen met retoriek over een kleinere overheid, die terugslaat op de PvdA . De overheid wordt wel ingewikkelder. Weifelend vraag ik me af, wordt ze ook democratischer? Nee, dat zeker niet. D66 vind het eigenlijk allemaal wel goed. Gaat goed zo met de overheid! En nu vooruit! Misschien is het CDA stilletjes (ook) best tevreden.

Deze column staat ook op Z24.nl
De column is als een oproep aan de partijleider van D66 geplaatst op JOOP.nl.

Zie:
Pechtold, zeg er wat van!
Kabinet snijdt en bezuinigt, maar overheid wordt niet goedkoper

De onbegrijpelijke salamipolitiek van de Wet op de Langdurige Zorg

De decentralisatie van de ouderen- en gehandicaptenzorg is explosieve kost. Het raakt de kern van de afbouw van de verzorgingsstaat. Maar er is geen fundamentele bezinning geweest op de vraag wanneer er een recht op ouderenzorg is. De WLZ is de slotakte van een voor gewone mensen onbegrijpelijke salamipolitiek waarin gemeenten worden opgezadeld met nieuwe taken en van alles en nog wat zonder duidelijke argumentatie op het bordje van de burger wordt teruggelegd. Het oordeel over de Wet op de Langdurige Zorg is aan de Eerste Kamer. De senaat doet er verstandig aan het wetsontwerp niet aan te nemen.
Dit hoofdstuk in de verbouwing van de verzorgingsstaat heeft alleen kans van slagen op maatschappelijke acceptatie als een breed debat gevoerd wordt over wat publieke taken zijn en wat niet. Wat dat niet is, kan vervolgens bij burgers worden neergelegd. En daar kan de markt vervolgens op inspelen.
Natuurlijk is er een ratio voor de bezuinigingen. We worden steeds ouder en de kosten van de gezondheidszorg rijzen uit de pan.
In 1998 was het aandeel van de zorguitgaven op de totale uitgaven van de collectieve sector nog 16%, in 2003 was dit gestegen naar 21%, in 2015 bedragen de kosten 73 miljard op 260 miljard, dat is 28% van de gehele collectieve sector. Door de vergrijzing en medische innovaties stijgen de kosten van de zorg veel sneller dan de groei van het BNP en de collectieve sector. De wal moet het schip dus wel gaan keren.
Maar om maatschappelijk draagvlak te verwerven moet er toch eerst echt een inhoudelijk debat gevoerd worden. Nederlanders zullen met elkaar de vraag moeten beantwoorden: Wanneer is publiek georganiseerde ouderenzorg gerechtvaardigd en wanneer niet? Wie komt ervoor in aanmerking en op grond waarvan? Dat gezonde mensen een verantwoordelijkheid voor het verzorgen van hun behoevende ouders hebben zal bijna niemand durven ontkennen. Maar wanneer moet men aankloppen bij de zorgverzekeraar? En wanneer kan men een beroep doen op de overheid?
Als u op het internet zit, vind u een antwoord bij de overheid:

 

Een overzichtelijke webpagina, maar wordt u er wijzer van?
Als u nu in een zorginstelling woont blijft dat in principe zo. Misschien dat u moet verhuizen naar een andere locatie vanwege een verbouwing. Over de kwaliteit van de verzorging achter de muren zijn vele verontrustende berichten. Levert de overheid eigenlijk wel de zorgkwaliteit in het verpleeghuis waar u op zou moeten mogen vertrouwen?
Als u nu thuis woont en AWBZ-zorg krijgt verandert dit. Of de zorgverzekeraar, of de gemeente neemt dit over anderhalve maand over. Maar waar u straks nog recht op heeft, daarover is alleen in algemene zin iets te zeggen: medische hulp ligt bij de verzekeraar, andere hulp ligt bij de gemeente. En elke gemeente doet het anders.
Als u nu thuis van de gemeente Wmo-hulp krijgt, dan is de kans groot dat dit gaat veranderen. Huishoudelijke hulp wordt waarschijnlijk afgeschaft, ook dit verschilt overigens per gemeente. U kunt alvast een keukentafelgesprek aanvragen.
Als u nu thuis van de gemeente op grond van de Wmo een persoonsgebunden budget krijgt, dan kunt u hiermee zelf uw zorgbehoefte inkopen. U krijgt het budget niet zelf, u krijgt schriftelijk een pgb-recht toegewezen (beschikking). Maar de overheid gaat eerst beoordelen of de door u uitgekozen zorgverlener aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Het is ongewis of u met het pgb krijgt waar u behoefte aan heeft. Het zal vaak heus goed gaan, maar garanties zijn er niet.
Als u nu nog geen zorg nodig heeft, maar in de toekomst wel, dan kan er van alles gebeuren. Het ligt er maar aan. Kunt u thuis blijven wonen en gaat het om medische zorg? U bent in beginsel verzekerd. Kunt u thuis blijven wonen en gaat het om andere zorg? Belt u de gemeente, als u geen computer heeft. Kunt u niet thuis blijven wonen? Schakel een accountant in en zoekt u het dan maar uit.

Deze column is verschenen op http://www.joop.nl