Overpeinzing bij een Nationaal ZorgFonds?

Heimelijk heeft de bestaande brede politieke coalitie met de zorgverzekeraars binnenboord besloten dat de zorgverzekeringswet nog 10 jaar vooruit kan. Inmiddels behoort onze gezondheidszorg met het unieke nederlandse gedachtengoed van gereguleerde marktwerking na 10 jaar ploeteren en heel veel rekenen en andersoortige overhead in internationaal opzicht tot een van de allerduurste van de wereld (OESO).DSCN1145knationaal_zorgfonds_logo

Onze gezondheidszorg is gebouwd op een fundament van betaalbaarheid, solidariteit en toegankelijkheid van een goede basiszorg. Dit geeft de bevolking de zekerheid van een veilige gezondheidszorg, waarbij kwaliteit als het ware intrinsiek gewaarborgd is, of zou moeten zijn. De bestaande transparantie-cultuur bevordert het cijferfetisjisme en beloont niet-medische belangen maar breekt het vertrouwen van de mensen in de kwaliteit van onze gezondheidszorg af.

 

KPMG: “CZ-prijslijst zegt alleen iets over willekeur eigen risico”

Lees hier de column van KPMG/Plexus op skipr: https://www.skipr.nl/blogs/id2791-cz-prijslijst-zegt-alleen-iets-over-willekeur-eigen-risico.html

Mijn reactie:

De rekenmeesters van KPMG constateren op basis van eigen data analyse dat erg geen verband te vinden is tussen de prijs en de kwaliteit van zorg, zij zien louter ‘puntenwolken zonder een verband’. Er zijn enorm veel prijzen, maar de kwaliteit van concrete zorg is en blijft onbekend. Het is eigenlijk net als die jaarlijkse lijst van de ‘beste ziekenhuizen’ van het AD, bedenk ik mij.

 

KPMG zegt zich te kunnen voorstellen om door te gaan met de openbaarmaking van tarieven omdat dit ‘naar verwachting een gunstig effect zal hebben’. Gunstig in welk opzicht?

KPMG meent dat het ‘nu wel pijnlijk duidelijk wordt dat deze manier van onderhandelen zich slecht verhoudt met een eigen risico van 875 euro. Het is immers bijna toeval welke rekening er bij je op de mat valt als patiënt.’

De prijs die iemand betaalt is dus pure willekeur. Dit raakt de ethische fundamenten van ons zorgstelsel. Is dat ook een opzicht? KPMG probeert het cijfermatig op te lossen. Nog meer werk voor rekenaars, nog jaren werk.

Heimelijk heeft de bestaande brede politieke coalitie met de zorgverzekeraars binnenboord besloten dat de zorgverzekeringswet nog 10 jaar vooruit kan. Inmiddels behoort onze gezondheidszorg met het unieke nederlandse gedachtengoed van gereguleerde marktwerking na 10 jaar ploeteren en heel veel rekenen en andersoortige overhead in internationaal opzicht tot een van de allerduurste van de wereld. Daar is ook een lijst van (OECD), in grafiekvorm:OECD health costs per capita

Bron:http://www.keepeek.com/Digital-Asset-Management/oecd/social-issues-migration-health/fiscal-sustainability-of-health-systems_9789264233386-en#page246 pag. 249.

2e Bron: http://www.oecd-ilibrary.org/social-issues-migration-health/health-at-a-glance-2015_health_glance-2015-en zie ‘Health expenditure in relation to GDP’ (pdf, pag. 167)

Onze gezondheidszorg staat op een fundament van betaalbaarheid, solidariteit en toegankelijkheid van een goede basiszorg. Dit geeft de bevolking de zekerheid van een veilige gezondheidszorg, waarbij kwaliteit als het ware intrinsiek gewaarborgd is, of zou moeten zijn. De bestaande transparantie-cultuur bevordert het cijferfetisjisme en beloont niet-medische belangen maar breekt het vertrouwen van de mensen in de kwaliteit van onze gezondheidszorg af. En de betaalbaarheid staat onder druk, zonder het macro-beheersinstrument (budgetplafond) rijzen de kosten de pan uit.

Wat de minister nu zou behoren te doen is bij wet basiszorgpolissen met een hoger eigen risico dan de wettelijke 385 euro verbieden.

De 10 randvoorwaarden van gereguleerde marktwerking in de gezondheidszorg: beoordeling

5 juli 2016 – Verzoek aan het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg om te reageren

Het nederlandse zorgstelsel dat gebaseerd is op gereguleerde marktwerking en dat nu 10 jaar bestaat is uniek in de wereld (Zorgverzekeringswet). Om goed te kunnen functioneren moet voldaan worden aan tien randvoorwaarden, deze zijn opgesteld door het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit. Ze zijn het fundament van het stelsel van de verzekerbare gezondheidszorg. In hoeverre wordt nu voldaan aan deze randvoorwaarden van gereguleerde marktwerking? Een poging om tot een objectieve beoordeling te komen. Bij nader inzien is de conclusie minder positief dan hij was op skipr : de eindscore is een 4.6. Er wordt zonder meer niet voldaan aan de randvoorwaarden van gereguleerde marktwerking.

1e randvoorwaarde: Risicosolidariteit zonder risicoselectie – Dit wordt mogelijk gemaakt door het systeem van risicoverevening. Jaarlijks wordt vooraf 22 miljard verdeeld onder de zorgverzekeraars ter compensatie van ongelijke risicogroepen-klanten. Dit systeem zou moeten worden afgebouwd, idealiter naar nul, vanuit het uitgangspunt dat onverzekerbare zorg een overheidstaak blijft obv. de Wet op de Langdurige Zorg. Maar afbouw van de risicosolidariteit gaat niet, het leidt tot risicoselectie door zorgverzekeraars, kwetsbare groepen vallen dan uit de boot. Conclusie: Zonder het systeem van risicovervening is risicosolidariteit niet mogelijk. 2 Punten (van max. 5)

2e randvoorwaarde: Een transparant zorg- en polisaanbod / goede consumenteninformatie – Er zijn budget-, natura en restitutiepolissen en aanvullende polissen. De Consumentenbond spreekt van een polisjungle en telt 1400 combinaties. Transparant? Er zijn digitale vergelijkingssites. Mensen kunnen gemakkelijk de ‘goedkoopste polis’ kiezen, maar het is de vraag of men het allemaal kan overzien. De werkelijke kosten (tarieven) van de concrete, individuele zorgverlening zijn volstrekt niet transparant. Conclusie: Er is geen transparantie voor de patiënt/zorgverzekerde. 1 Punt.

 

3e randvoorwaarde: Doelmatigheidsprikkels voor alle drie actoren (zorgvrager, zorgverlener, zorgverzekeraar) – Moeilijk. De risicoverevening is als macro-instrument geen doelmatigheidsprikkel voor zorgverzekeraars. Bij onderhandelingen tussen zorgverzekeraars en zorgverleners is er een neerwaartse druk op budgetten, dat is een doelmatigheidsprikkel. Maar individuele zorgverleners worden betaald op basis van behandelingen, productievolume wordt beloond, dit is geen doelmatigheidsprikkel. Zorgverleners worden niet betaald voor de behaalde gezondheidswinst van de patiënt/zorgvrager, daar waar het uiteindelijk om gaat. En dan die zorgvrager zelf. Omdat er steeds nieuwe behandelingen, technieken en medicijnen beschikbaar komen is zijn zorgvraag in beginsel onbegrensd. Maar de eigen bijdrage is een prikkel tot doelmatigheid. Conclusie: Alle drie actoren worden slechts gedeeltelijk geprikkeld om doelmatig te handelen, daarnaast zijn er prikkels die tegengesteld werken. 2 Punten.

4e randvoorwaarde: Keuzevrijheid voor verzekerden – Als er geen transparantie is kan men de konsekwenties van eenmaal gemaakte keuzes vaak niet overzien. De keuzevrijheid is gemankeerd. Hooguit 4 punten.

5e randvoorwaarde: Betwistbare markten – Bestaande zorgaanbieders, zoals ziekenhuizen, medisch specialistische bedrijven en gespecialiseerde behandelcentra mogen geen zodanige machtspositie krijgen dat toetreding van nieuwe aanbieders belemmerd wordt. Nieuwe aanbieders brengen immers innovatie. Maar toetreding kan moeilijk zijn. Omdat zorgkwaliteit altijd de norm is, is er een natuurlijke dynamiek van afstemming en vormgeving van organisatorische verbanden door belangen- en koepelorganisaties. Het toelating-regulerend systeem is een bestuurlijk besluitvormend systeem, nieuwe toetreders moeten aan de bestuurlijke tafel zitten, dan wel vertegenwoordigd zijn. Conclusie: Betwistbaarheid van markten is er in enige mate. 3 Punten.

6e randvoorwaarde: Contracteervrijheid – Verzekeraars moeten de vrijheid hebben om zorgaanbieders te weigeren en geen contract aan te bieden. Dit is een actueel vraagstuk in de zorginkoopmarkt dat doorwerkt in de zorgverzekeringsmarkt. Conclusie: De contracteervrijheid is gedeeltelijk geregeld. 3 Punten.

7e randvoorwaarde: Een effectief mededingingsbeleid – Er moet eerlijke, gezonde concurrentie tussen partijen zijn, er mogen geen machtsposities ontstaan door fusies, of samenwerking die tot kartels leidt die niet de kwaliteit van de zorg verbeteren. Er is een scheidsrechter nodig. Zie ook de 5e randvoorwaarde. Maar er zijn meerdere scheidsrechters met verschillende opvattingen en normen (NZa, ACM en het Zorginstituut), de spelregels zijn daardoor onduidelijk en niet stabiel. Conclusie: Het mededingingsbeleid werkt niet naar behoren. 2 Punten.

8e randvoorwaarde: Geen liftersgedrag – Liftersgedrag, free riding, ondergraaft de solidariteit. Iedereen moet verplicht verzekerd zijn, zodat iedereen ook meebetaalt aan de kosten van de zorg. Er zijn ruim 300.000 onverzekerden die niet meebetalen. Daarnaast zijn er collectiviteiten die iets minder voor haar leden betalen dan individuele polishouders. Conclusie: Liftersgedrag is moeilijk te bestrijden. 2 Punten.

9e randvoorwaarde: Effectief toezicht op minimumkwaliteit van de zorg -Het bewaken van een goede zorgkwaliteit is de taak van de Inspectie van de gezondheidszorg. Er is een zeer sterke toename van het aantal klachten sinds 2004, een verdriedubbeling (van 3000 naar een kleine 10.000). De inspectie kan het werk niet aan. Op 30 mei jl. meldde het RTL-nieuws dat 60% van de sterfgevallen door ziekenhuizen niet wordt gemeld bij de Inspectie. Er zijn minstens 40 zwijgcontracten. Er is onvoldoende toezicht op de kwaliteit van de zorg. 1 Punt.IGZ 25052016

10e randvoorwaarde: Gegarandeerde toegang tot basiszorg – De toegankelijkheid van de basiszorg staat onder druk in de krimpregio’s. In de perifere delen van het land worden normen voor de spoedeisende hulp niet gehaald. 3 punten.

In eerste instantie had ik ruimhartig gerekend en kwam ik op een score van 27 punten op maximaal 50, een 5.4 (op 100). Geen voldoende. Maar de score is lager: 23 punten op 50, een 4.6. Dit is zonder meer een onvoldoende. Het roept de vraag op of het überhaupt voorstelbaar is dat er ooit voldaan kan worden aan de randvoorwaarden van gereguleerde marktwerking in de gezondheidszorg. Ik laat het oordeel aan u, lezer.

U kunt ook op skipr reageren: De tien randvoorwaarden van gereguleerde marktwerking

Een verkorte versie verscheen op Z24 : Dit zijn de grootste knelpunten in de zorg

Op 15 juni verscheen deze blog met de herziene beoordeling (een eindscore van 4.6) ook op Joop: http://ww.joop.nl/opinies/waarom-de-nederlandse-gezondheidszorg-een-dikke-onvoldoende-krijgt

 

dscn2595k

dscn2596k  dscn2597k

 

 

 

Over marktwerking in het publieke domein, zie ook de Gooi en Eemlander van 16 augustus 2013: ‘Marktwerking bij de overheid puinhoop’ 20130816-GHI-MULTITABLOID-GHI208—HDC-1-171059_109707006

De curatieve zorg vraagt om samenwerking, geen marktwerking

Het stelsel van gereguleerde marktwerking in de zorg begint te kraken. Sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006 is de Nederlandse gezondheidszorg in internationaal opzicht duurder geworden (OESO). 13% Van het bruto nationaal product gaat naar de zorg, een van de hoogste percentages in de wereld. De kwaliteit van onze zorg is niet onderscheidend, de prijs prestatie verhouding is niet goed (Voor insiders: de EHCI-index is volstrekt ongeloofwaardig, want die wordt gefinancierd door Big Pharma die torenhoge winsten maakt in Nederland, zie verder).

Het zorgakkoord van Rutte-2 was nodig om de kosten te beteugelen. Maar de middellange termijn raming van het CPB geeft aan dat de zorgkosten bij ongewijzigd beleid onhoudbaar zijn. De grootste kostenstijging zit in de Cure (9 miljard meer in 2021 tov. 2017).

Het is logisch dat de Cure uit de hand loopt. Het gedwongen huwelijk van concurrentie (omzet en winststreven, het financieel eigen belang van de ondernemer als motor van vooruitgang) en samenwerking (inhoudelijke zorgkwaliteit en zorgvuldigheid, de beroepsethiek die het patiëntbelang centraal moet stellen) breekt het huidige stelsel op. Winststreven leidt tot perverse prikkels die de kwaliteit van de zorg ondergraven, de gevolgen voor de patiënt zijn in zo’n situatie vaak desastreus. Zelfstandig ondernemerschap is ook een blokkade voor stroomlijning van zorgprocessen, dit beperkt de doelmatigheid en de kwaliteit. Concurrentie en samenwerking zijn onverenigbare principes. Een complex regulerend systeem is nodig om het (gebrekkig) te laten functioneren, het leidt tot zeer hoge indirecte kosten, geld dat niet aan zorg kan worden uitgegeven.

De Cure kenmerkt zich door superspecialisatie van medische kennis. Het is evident dat goede patiëntzorg samenwerking tussen specialismen vergt, organisatiegrenzen mogen geen beletsel vormen (1e, 2e en 3e lijn, medisch specialistische bedrijven etc.). Uit internationaal vergelijkend onderzoek blijkt dat een kostenbesparing van 8 tot 21% mogelijk is als de patiënt werkelijk centraal staat in diagnostiek, behandeling en nazorg. Het zou de Cure vele miljarden goedkoper maken. En beter!

Het moet en kan dus anders. Hoe? Lees verder op dit blog.

Big Pharma betaalt voor European Health Consumer Index (met toppositie Nederland)

email correspondentie van 7 april 2016 met Health Consumer Powerhouse Ltd., uitgever van de EHCI

Op mijn vraag: ‘Do you receive funds/resources from Dutch insurance companies?’ krijg ik het antwoord:

Dear Dr. van Loef,
I would say ”Unfortunately not”. Our projects are sponsored by “Unconditional grants” much in the same way as externally funded clinical research in a medical faculty. More than 95 % of the grants have come from the multinational pharmaceutical industry, who incidentally have been fantastically good at keeping their fingers out of our project pies.
Regards,
Arne Björnberg

Commentaar: Een buitengewoon vriendelijke en openhartige reactie van Arne Björnberg, die ik niet persoonlijk ken. Zijn prachtige slotzin laat zich verschillend interpreteren. Ik kom tot een andere inschatting.

 

Recensie: Mark Britnell, In Search of the Perfect Health System

133 views

Gepubliceerd op skipr als https://www.skipr.nl/blogs/id2610-patient-empowerment-is-sleutel-tot-succes.html

Iedereen die zich snel een beeld vormen wil van de gezondheidszorg in de wereld zal dit boek moeten lezen. De Britse auteur is een autoriteit als medisch bestuurder die in 60 landen gewerkt heeft. Dat de auteur tegenwoordig als chief health consultant van KPMG de wereld afreist doet niets af aan de bruikbaarheid van zijn beknopte catalogus van de gezondheidszorg. Ik gebruik regelmatig originele tekstfrasen in het engels om interpretatieverschillen te voorkomen en ook vanwege de zeggingskracht.

Het boek telt slechts 200 bladzijden. Britnell vergelijkt op hoofdlijnen de 30 zorgsystemen van alle grote en moderne landen in de wereld. In de inleiding noemt hij 12 landen die op een bepaald onderdeel excelleren: Engeland (UK) met haar NHS als publiek systeem voor de gehele bevolking, Israël met haar primary care, Brazilië met haar community services, de geestelijke gezondheidszorg van Australië , gezondheidsvoorlichting en preventie in de Scandinavische landen (die Britnell bij elkaar optelt), patient and community empowerment in sommige regio’s in Afrika, onderzoek en innovatie in de VS, innovatie en implementatiekracht in India, de toepassing van informatietechnologie in Singapore, keuzevrijheid in Frankrijk, het financieringssysteem van Zwitserland en de ouderenzorg in Japan. Nederland staat er niet bij. Ons land wordt wel verschillende malen genoemd, de meeste aandacht krijgt Buurtzorg en verder is Britnell lovend over het Dementiedorp Hogeweij en de patiënt empowerment beweging van ParkinsonNet.

Daar moeten we het als Nederland mee doen. Het probleem is dat ons zorgstelsel duur is, waar geen bijzondere zorgkwaliteit op enig onderdeel tegenover staat. Onze levensverwachting van 81.1 jaar is niet meer dan gemiddeld (14e plek, Japan 1e).

vergelijking met Zwitserland

Het is wel ingewikkelde materie. De funding van Zwitserland lijkt erg op de onze met een mix van belastingen en verplichte private verzekering. Maar Zwitserland ’excelleert’, wij niet. Cijfermatig is er wel een duidelijk verschil: Zwitserland geeft 1,4% minder uit (BNP) dan wij en de groei van de zorguitgaven is zeer beperkt in vergelijking met Nederland, ze heeft meer dokters en de levensverwachting is er significant hoger dan bij ons (+1.6 jaar). Qua inkomensverdeling (GINI-score), het percentage 65+ en het percentage obesitas zijn beide landen echt gelijkwaardig. De conclusie is dat Zwitserland beter presteert dan Nederland.

De auteur is van mening dat een duaal financieringssysteem van belastingheffing en private zorgpremies zoals het onze (en het Zwitserse) als systeem op de lange termijn niet houdbaar is: ‘Single payer systems are best for better population health (publieke gezondheidszorg), better patient care (individuele zorg) and taxs payer value‘ zegt hij dan ook met grote stelligheid in een interview (British Medical Journal): http://www.bmj.com/content/351/bmj.h5548 Voorbeelden van single payer systems zijn de Scandinavische landen, Italië, Japan en de UK. Britnell: ‘In the long run, a dominant payer and pricing system is more able to pursue the triple aim of better health, better care and better value for the population at large.‘ Als hij de vraag opwerpt welk financieringssysteem het beste is, zegt hij dat gratis gezondheidszorg niet mogelijk is, ‘it is only a matter of who pays for it.’

Universal Health Systems in Japan, Singapore, South Korea and Hong Kong have high life expectancy (from 80 to 84 years) for modest costs (between 4 and 9 % of GDP), but patient co-payments are high.(…) This is the fundamental point.

De tabel met Key Statistics at a Glance achterin het boek is zeer verhelderend. Met 12,9% van het BNP (GDP) geven we na de VS van alle landen het meest uit aan de gezondheidszorg.

complexiteit door diversiteit

Het boek maakt de lezer duidelijk hoe complex de gezondheidszorg als maatschappelijk systeem is en hoezeer historie, cultuur, levensbeschouwing, opleidingsniveau, economisch ontwikkeling, leef- en voedingspatronen, klimatologische factoren, politieke machtsstructuren in onderlinge samenhang de aard, de kwaliteit en de ontwikkelrichting van de gezondheidszorg van een land bepalen. De vergrijzing en de stijgende levensverwachting in de moderne wereld (met chronische- en ouderdomsziekten tot gevolg) en de veranderende arbeidsmarkten stelt alle moderne landen voor enorme institutioneel-organisatorische en financiële opgaven willen zij de kwaliteit van de gezondheidszorg op het huidige niveau kunnen vasthouden. Nederland is geen uitzondering.

strategische aanbevelingen

There are five characteristics that separate the great from the good and the bad: a strategic focus on value for patients, empowered staff, process redesign, effective use of information, and management of staff performance.

Britnell is een echte strategisch consultant als hij aangeeft hoe we de uitdaging tegemoet moeten treden. Het centraal stellen van de gezondheidswaarde van de cliënt en daarmee de patiënt (outcome based value ), procesintegratie en samenwerking tussen zorgverleners (process redesign), de uitvoerende zorgverlener in zijn kracht zetten (empowered staff), de toepassing van eHealth en mobile health (effective use of information), het zijn de in samenhang noodzakelijke veranderingen en vernieuwingen die de gezondheidszorg houdbaar zullen kunnen houden. Het zijn ingrijpende veranderingen, die voor een deel door de toenemende macht van de patiënt als consumer ook zullen worden afgedwongen. De grootste obstakels zijn de politieke onmacht, de uitdijende bureaucratische regel- en controledruk, maar ook die dokter die zichzelf nog op het voetstuk plaatst. ‘Unrestrained individual autonomy of professionals‘ is achterhaald, het draait om teams ‘with strong situational awareness‘ waarbij patients ‘are treated as partners‘.
Patient empowerment ziet Britnell als een sleutel tot succes, een actieve patiëntenpopulatie gebruikt tussen de 8% en 21% minder zorg (kostenbesparing), voelt zicht beter en is uiteindelijk meer tevreden. Twee krachten houden patient empowerment tegen: ‘Empowering patients has been viewed as the ‘right thing to do’ rather than crucial tot he economic sustainability of health care systems, so it has not been pursued with any urgency; and clinicians are wary of the idea because it changes the power relationship between them and their patients.
Britnell breekt een lans voor de kracht van uitvoerende zorgprofessional en verwijst uitgebreid naar Buurtzorg:’Healthcare professionals need both more power and greater accountablity for what they do.‘ Er is overigens in veel landen een grote schaarste aan gekwalificeerd personeel.

In het slothoofdstuk gaat Britnell ook nog in op nieuwe ontwikkelingen als Genomics and Personalised Medicine, Mobile Health (‘Nearly anything we can do in medicine can be done remotely‘), Apothecaries (vergelijkbaar met 1e-lijns all-round zorgklinieken) en Wearable Technology (zoals apps). In stijl besluit hij met een pleidooi voor waardig sterven.

Nawoord:

  1. Spanje zit niet bij de 30 landen, waarom is niet duidelijk. Het heeft wellicht een van de beste zorgstelsels van Europa.
  2. Onderstaande tabel bevat enkel onnauwkeurigheden, maar is als overzicht goed bruikbaar.